Nieuws

Offensieve Spaanse dekking brengt Zweden in tweede helft tot wanhoop

Doelman Arpad Sterbik wijst Spanje de weg naar Europees goud

Door Frits Feuler –Na vier mislukte pogingen in een finale op het Europees kampioenschap was de vijfde deelname dan eindelijk succesvol voor de Spanjaarden. In de Arena Zagreb – voor ‘slechts’ 9000 toeschouwers - liet de ploeg van coach Jordi Ribera de Zweden in de eerste helft hopen op een vijfde Europese kroon. Maar de sluwe Ribera – bij de Spelen van 2016 nog coach van de Braziliaanse mannenploeg – liet zijn discipelen in de tweede helft in een totaal andere dekkingsvorm spelen. De Zweden kwamen er twintig (!) minuten niet aan te pas. De eenmaal verkregen voorsprong van twee doelpunten werd oppermachtig uitgebreid naar de uiteindelijke 29-23 zege. Zweden is nu de tegenstander van Nederland in de play offs, medio juni, voor een plek op het WK 2019 in Duitsland en Denemarken.

Routine aan Spaanse zijde, gemiddeld 30,5 jaar en jonge en talentvolle Zweden op de andere speelhelft. In de groepswedstrijden eindigden beide teams als tweede. De finale van dit 13e EK was een herhaling van de titelstrijd van 1998. Zweden en Spanje voor de vijfde keer in een Europese finale, waarbij de Tre Kroner tussen 1994 en 2002 liefst vier maal het goud konden ophalen. In 2016 werd Spanje in de finale (in Polen) door Duitsland geklopt, dus bleef het bij die vier tweede plaatsen.

In de halve finales kegelde Zweden na verlenging Olympisch kampioen Denemarken uit het toernooi: 35-34. De Spanjaarden gingen verrassend over wereldkampioen en favoriet Frankrijk heen: 23-27. In dat duel al een eerste hoofdrol voor Arpad Sterbik. De 38-jarige invaller-doelman van de Macedonische CL-winnaar Vardar Skopje en ‘gezegend’ met drie nationaliteiten – Hongaarse, Servische en Spaanse – maakte zijn faam in deze eindstrijd opnieuw waar.

De vele Zweedse fans op de tribunes zagen na de speelveldwisseling hun ploeg per minuut verder in de grond zakken. Die dekselse doelman Arpad Sterbik – pas sinds donderdag bij de ploeg na het uitvallen van doelman De Vargas – bleek een hinderlijks sta-in-de- weg en bemoeide zich steeds nadrukkelijk met de tegenstander door de ene na de andere kans van de geel-blauwe voorwaartsen vakkundig om zeep te helpen. 

Met de steun in de rug van Appelgren had Zweden de betere start, een aantal malen via vlijmscherpe tegenaanvallen. Maar ook een aantal terugspringende ballen werden een prooi voor de naar een nieuwe titel hunkerende Scandinaviërs. De Spaanse coach vluchtte in een time out en verlangde meer beweging en druk van zijn opbouwrij. Maar de Zweden heersten in de defensie en bepaalden spel en tempo. Aguinagalde aan de cirkel bleek onvindbaar voor zijn ploeggenoten en zoiets scheelt een slok op een borrel.  Drie treffers bedroeg richting de pauze de grootst marge voor Zweden.

Maar met het inbrengen van Alex Dujshebaev kreeg Spanje defensief beetje bij beetje grip op de Zweedse aanvallers, zeker in de 5:1-formatie die plots uit de hoge hoed werd getoverd en waar de opponent even van schrok. Gottfridsson zag er ineens onbeholpen uit en wist zich geen raad met de voorgeschoven Spaanse nummer 10. Een niet onbelangrijke tactische zet van de sluwe Ribera die nadien grote gevolgen zou hebben.

 

Na de hervatting brak de periode van de ongenaakbare Sterbik aan. Binnen vier minuten stond de finale op z’n kop: van 12-14 naar 16-14 en 19-15. De Spanjaarden waren los! Met doelman, zonder doelman, met de zevende veldspeler. Alle mogelijkheden werden geprobeerd door de IJslandse coach van de Zweden, Andresson. Hij moest inmiddels hoofdpijn hebben van het bedenken van nieuwe oplossingen voor zijn ploeg. Maar die offensieve dekking bij de Spanjaarden functioneerde voortreffelijk: snelle benen, goed voetenwerk, fysiek sterk. Bijna niet te slopen. Duels werden meer en meer gewonnen. De Zweden beleefden hun grootste trauma’s als Sterbik weer eens in de weg stond of lag. Bij 21-17 toonde Dujshebaev over grote sprongkracht te beschikken toen hij, katachtig en achterwaarts springend, de verre worp op het lege doel met een hand hoog in de lucht onschadelijk maakte!

Balveroveringen en snelle tegenaanvallen brachten Spanje in een flow: Acht minuten voor tijd (25-17) was het gelopen koers. Sterbik die 35 minuten binnen de lijnen stond, pakte zijn achtste bal op 21 pogingen bij 28-22. Zijn collega Appelgren kwam in 56 minuten speeltijd tot 15 stops op 43 schoten. Anders gezegd: nog maar vier stops in de tweede helft.

Het showlopen kon beginnen, de Zweden hadden de moed al lang opgegeven en bij de aanstaande Europees kampioen begonnen de spelers op de bank al vrij vroeg aan hun vreugdedansjes. Terecht.

Terugkijkend op dit EK met de Spaanse en Zweedse ploeg blijkt dat Spanje 37 strafworpen gekregen heeft, beduidend meer dan de Scandinavische tegenstander. Anderzijds: de Zweden hebben een ‘prijs’ in het aantal strafminuten behaald: 30 keer verdween een Zweed naar de strafbank, bijna dubbel zoveel als de Zuid-Europeanen. Bij de keepers wisten Appelgren en Palicka zeven pingels onschadelijk te maken. In de eerste helft van deze finale noteerde Appelgren nog 11 stops. Daarna was er ook voor hem geen houden meer aan.

Spanje: Sterbik, Corrales; Gurbindo (1), Rivera (1), Entrerrios (4), Dujshebaev (4), Sarmiento (1), Aguinagalde (1), Canellas, Morros, Arino (4), Guardiola (1), Goni Leoz (1), Sole (5), Balaguer (5), Figueras (1).

Zweden: Appelgren, Palicka; Henningsson (2), Jeppson (1), Darj, Tollbring, Ekberg (4), Wanne (3), Pettersson, Gottdridsson (2), Arnesson (1), Cederholm, Ostlund, Zachrisson (3), Nielsen (5), Nilsson (2).

Scheidsrechters: Gubica en Milosevic (Kroatië).

 

Spanje Europees kampioen

 

Zweden tweede

Frankrijk derde

Deel dit bericht