Nieuws

 Door Frits Feuler – Vanavond speelt Oranje in de achtste finale tegen het onberekenbare Japan. Kan op voorhand een lastige opdracht worden. Kan ook zo maar zijn dat het een walk over wordt. In groep C eindigde Japan als derde, achter grootmachten als Rusland (28-29), Denemarken (18-32) maar voor Montenegro (29-28), Brazilië (28-28) en Tunesië (31-13).

In de knock out-fase telt alleen de winst. Beide ploegen realiseren zich dat. Na de galavoorstelling van Oranje, afgelopen vrijdag tegen het inmiddels uitgeschakelde Duitsland, wacht nu een geheel andere spelstijl. Oud-bonscoach van Japan en huidig trainer van de mannenploeg van Aalsmeer, Bert Bouwer, volgt niet alleen Oranje maar ook Japan. Hij blikt nog eens terug op zijn periode in Japan en de omwenteling die het vrouwenhandbal ook daar heeft ondergaan.

Tussen 2005 en 2008 dook Bert Bouwer, na zijn Deens avontuur als clubtrainer bij GOG Gudme, plots in het land van de Rijzende Zon op. als bondscoach bij de Japanse vrouwenselectie. “Ik had in de Deense ploeg een Japanse speelster, die heeft de eerste contacten met de bond gelegd. Daarna ging het snel,” herinnert hij zich de overgang nog.

Zijn komst bracht wel een aantal veranderingen teweeg. “Wij, in de Westerse wereld, vragen het wel als we iets niet begrijpen. In Japan was het ondenkbaar dat speelsters een vraag stelden over een oefeningen of tactisch idee. ‘Je stelt geen vraag aan de meester!’ Het zou immers betekenen dat de meester het niet goed heeft uitgelegd. Dat is vernederend!”

In het begin speelde hij veel duels in de Aziatische regio om cultuur en ploeg beter te leren kennen. “Stap voor stap boog ik kleine dingetjes om. Ik had een andere manier van benaderen. Na een jaar, zeg maar, zag en voelde je al iets van een kentering. Samen met de ploeg en andere trainers een wedstrijd analyseren! Dat was wat! Bestuurders die in de kleedkamer kwamen kijken wat en hoe ik het allemaal deed.”

Japan stond er toen in haar spelstijl om bekend nauwelijks enige creativiteit aan de dag te leggen. “Open verdedigen, kleine speelsters tegen die reuzen aan de andere kant. Dat was de enige optie om tot aansprekend resultaat te komen. Grote speelsters hebben dan last van die kleine Japannertjes,” glimlacht hij. “Ik vond dat dat anders moest. Later hebben meer buitenlandse trainers hun ploeg daar van kunnen overtuigen. Ook bij de huidige Deense trainer (Ulrik Kirkely, FF) zie je toch meer het snelle en gevarieerdere aanvalsspel.”

Zonder het zelf te willen of te beseffen heeft Bert Bouwer in het Japanse handbalspel destijds wel een trend gezet waar jaren later nog verder op door is geborduurd.“ Binnen die nieuwe handbalgeneratie breekt de vrouw nadrukkelijk uit!” is zijn conclusie. “Er komt veel los. Niet alles wat zomaar als waarheid aangenomen. Discussie moet er zijn, dat houdt de boel scherp,” weet hij als geen ander. 

Het Japanse handbalspel heeft grote links met de Deense spelstijl. Dynamisch, wisseling van spelsystemen. “Qua spel, de snelle tegenaanval en het spelen van vaste patronen maken hun spel onberekenbaar. Enige broze puntje blijft de defensie. Ik ben benieuwd hoe ze vanavond bijvoorbeeld Yvette Broch aan de cirkel in bedwang gaan houden?”

Japan kwam tot voor enkele jaren nog geregeld in Nederland voor oefenstages. Ook de deelname aan het Holland Toernooi – Japan, onder leiding van Bert Bouwer, won toen van Nederland dat nog speelde om de A-status te bemachtigen – liggen bij de voormalig keuzeheer van Nippon. “Tijdens stages gaven de speelsters een prima voordracht van hun snelle voetenwerk, perfecte schijnbewegingen. De Nederlandse speelsters konden dit niet bijhouden!”

Opvallend verder vindt Bouwer de discipline die al deze ploegen hebben. “Zoiets zit in hun cultuur, in hun karakter. Dat is een fundamenteel onderdeel in elke sport.

Bouwer volgde de Japanse ploeg in de poulewedstrijden op de voet, evenals Nederland. Naast zijn aandacht voor het mannenhandbal op dit moment maakt de ‘pensionado’ ook tijd vrij om de prestaties van Oranje te volgen. “Vanavond ook. Mooie wedstrijd in het vooruitzicht.”

Twee Deense trainers, elk met hun eigen team in een ander land. “Laat Oranje de boel niet onderschatten, de resultaten van Japan zijn op dit moment dik in orde!”

Palmares Japan:

- 17 keer deelname aan WK; 7e plaats in 1965

- 5 keer deelname aan Olympische Spelen

- 13 keer deelname Aziatisch Kampioenschap (vanaf 1987, winnaar in 2004)

- Via een tweede plaats bij het Aziatisch kampioenschap gekwalificeerd voor WK in Duitsland

- Deense coach, Ulrik Kirkely

- Topspeelsters: Ayaka Ikehara (27), speelt in bij Nykøbing (Denemarken) en Hara Nozomi (26, speelt bij Mie Violet Iris)