Nieuws

Hongaarse supporters door dik en dun

Door Frits Feuler– Je moet er als supporter wel iets voor over hebben. Je favoriete team naar alle uithoeken van het land of Europa achterna reizen. Aanmoedigen, een beetje de toerist uithangen ook. Andere steden en landen leren kennen. Iedere ploeg van een beetje naam heeft zo’n select gezelschap dat stad en land afreist om maar niets te hoeven missen van de prestaties. In goede en slechte tijden. Dan ben je een echte fan!

Luid babbelend zit een groep van twintig Hongaarse fans van Tatabanya in het restaurantgedeelte van de Fitlandhal in Sittard. Tatabanya,66.000 inwoners, industriestad in het noord-westen van Hongarije, 15 kilometer van de Donau die de grens vormt met Slowakije. Vlakbij Györ en 45 km van de hoofdstad Boedapest. Getooid in de clubkleuren, veel blauw dus. Sjaals, t-shirts. In de ene hand een pot bier, in de andere de haast onafscheidelijke mobiele telefoon. Maar ze waren feitelijk met ongeveer 70 personen. “Vijftig van ons zijn per auto, bus of vliegtuig naar Sittard gekomen,” vertelt Csaba Halasz, een van de weinige fans die een beetje gebrekkig Engels spreekt en al 30 jaar trouwe fan is. “Ongeveer twintig supporters komen hier uit de regio.”

Uitverkoop!           foto HSP

Ze overnachten vlak over de grens, in Selfkant. “Hebben daar appartementen gehuurd, is ook niet ver van Sittard.” Tijdens een van de vele trips combineren ze het nuttige met het aangename. Even weg uit de politieke sleur die in het land heerst. Maar Csaba zegt dit niet hardop, je ziet hem wel denken. “We hebben zaterdag veel van de omgeving gezien, enkelen van ons hier uit de buurt weten de weg,” geeft hij aan.

Bij de ingang vliegen tientallen fans naar de kledingstand van LIONS. Daar heeft de club nog wat sportkleding die niet meer gangbaar is voor één euro in de verkoop gegooid. De shirts vinden gretig aftrek bij de Hongaarse souveniersjagers!

Tatabanya is een grote club, de nummer drie van Hongarije achter topploegen en CL-deelnemers Veszprem en Szeged. “Zij hebben meer geld,” weet Halasz, iets wat later ook trainer Vladan Matic zal beamen. Maar nog altijd meer dan het budget van de Limburgse ploeg.

“Tatabanya is een vriendenploeg. Vorige maand waren we heel blij toen we van Veszprem wonnen! Maar twee weken geleden verloren we van Gyongysoi, een club uit de onderste helft.” Voor Halasz en de zijnen zijn de duels met de kapitaalkrachtige clubs in eigen land om naar uit te kijken. Europese uitwedstrijden worden zo veel als mogelijk bezocht. Een dure onderneming, ook voor deze Hongaren die zichtbaar plezier beleven in Sittard en omgeving.

Supporter ben je je leven lang, vertelt hij. “Ben geboren in 1972. Van het ongeluk in 1979 met Joachim Deckarm herinner ik me uiteraard niks maar later heb ik dat wel mee gekregen. Ontzettend droevig!” 

In twee plukjes zaten ze met z'n allen op de tribunes van de Fitlandhal. Luidkeels zingend, hun favorieten aanmoedigend. Vlaggen en spandoeken horen erbij. Iedere treffer werd met gejuich begroet. Ze hadden er allemaal veel plezier in. Ook na afloop. Spelers maakten een ereronde langs de fans die zoveel kilometers getrotseerd hadden om hun in Sittard aan te moedigen. Al was dat na de 31-18 thuiszege niet echt meer nodig. Maar ja, supporteren doe je overal en altijd. Een leven lang!

Gevraagd naar de kansen in de groepsfase van de EHF Cup is Csaba helder. “Dan vieren we eerst met de fans de overwinning hier, zonder spelers. Bij de Final4 geraken zal niet makkelijk zijn, ik denk zelfs onmogelijk. Dat is de realiteit. Er zitten nog teveel Duitse ploegen in het toernooi!’ grapt hij ondeugend. “Maar we gaan het wel proberen.”

Na de jaarwisseling dus opnieuw reizen naar oorden die donderdag tijdens de loting bepaald worden. Als het Csaba en de zijnen ligt zijn ze weer present.

Deel dit bericht