Nieuws

Oranje wil EK met opgeheven hoofd verlaten

Van de Redactie– Natuurlijk was de teleurstelling na de domper na de verloren halve finale tegen Frankrijk groot. Maar lang tijd om te treuren is er niet. Zondagmiddag krijgt Oranje in Parijs de laatste kans op een medaille, de bronzen. Nog één keer moet alles lukken, nog één keer alles geven. Die nare smaak weg spoelen.

Nederland begon behoorlijk gekortwiekt aan dit zware toernooi. Liefst vijf grote toernooien speelde Oranje sinds 2015. Maar juist dat ene treetje, het hoogste, is ook in Frankrijk niet bereikbaar. Vier keer schaarde Oranje zich bij de vier beste ploegen, twee keer speelde men de finale: zilver op het WK 2015 en EK 2016. Brons op het WK 2017 in Duitsland. Bij het debuut op de OS spelen viel men jammergenoeg buiten de medailles.

Programma

Het zware programma ging ook aan Oranje niet voorbij. Andere ploegen en coaches klaagden bij de EHF – Europese Handbal Federatie – dat het schema van een jaar handballen op topniveau om moet. Vandaag, tijdens een EHF-vergadering in Parijs, kwam de EHF met de toezegging dat er allereerst geluisterd wordt naar alle betrokken partijen waarna met ingang van het seizoen 2019/2020 de planning anders zal zijn. Ten faveure van de speelsters uiteraard!

Vermoeidheid was ook het sleutelwoord na het duel tegen het ervaren Frankrijk dat fysiek en mentaal sterker oogde maar ook de nodige portie defensieve hardheid voor Oranje in petto had. Dembéle en Lacrabère, twee routiniers, die al zeven keer op een EK-eindtoernooi waren. Pineau was één keer minder present. Tot die zo gewenste titel, na de gouden wereldmedaille bij het WK 2017, kwam het nog niet.

Inspireert

Onzeker was ook voor Oranje of Nycke Groot aan de afworp zou verschijnen. Ook zij was bij de Francaises te volgen speelster die de Oranje-touwtjes in handen had. Groot draafde inderdaad op. Snelheid in de aanval, defensief als – bijna – vanouds. Maar de aandachtige toeschouwers konden zien dat het niet die Nycke Groot was van pakweg een jaar geleden. Daarvoor heeft zij tussendoor te veel pijntjes en blessures moeten overwinnen. Maar haar aanwezigheid inspireert anderen binnen de ploeg, dat is waar het in die halve finale om draaide.

In de tweede helft stortte Oranje fysiek zowat compleet in elkaar. Martine Smeets en Jessy Kramer betaalden met een fikse blessure de tol voor hun bovenmatige inspanningen en te weinig rustmomenten. Gesloopt ook. Zoals zoveel speelsters tijdens dit 13e EK. Vier cruciale duels in zes dagen! Daarvoor al spelen in clubverband in sterke competities, nationale bekertoernooien, Champions League, EHF-Cup, trainingsstages nationale ploeg en oefenduels, gekoppeld aan het extreem veel reizen. Ooit weigert het lichaam dienst.

Voor de tweede keer nu tegen Roemenië dat haar sterspeelster Christina Neagu – ’s werelds beste speelster in 2010, 2015 en 2016 – met een gescheurde kruisband zag uitvallen en minstens een jaar uit roulatie is. Ook die ploeg oogt vermoeid, loopt op de laatste benen. Een week geleden nog maar won Oranje in de hoofdronde in Nancy met 29-24 maar dat is geen garantie voor een tweede zege.

Oranje trommelde vandaag nog Inger Smits op als invalkracht. Ze treft in elk geval een team aan dat de zinnen heeft gezet op het brons. “We gaan ervoor, al moeten we met één been kromlopen!” meldde Angela Malestein in de media.

Collectief zit het wel snor met deze groep die in elk geval weer heeft aangetoond niet bij de eerste de beste tegenslag uit het veld te zijn geslagen. Na de kerstdagen gaan de vaderlandse competities weer verder. Eind januari mag een groot aantal EK-vedetten weer in de Champions League en EHF Cup aan de slag. Of in Denemarken de beker FINAL4 spelen.

Handbal verveelt blijkbaar nooit.....

Deel dit bericht