Nieuws

Piotr Konitz voelt zich thuis in Waalwijk

Door Cois van Aelst - Buitenlandse spelers zijn dun gezaaid in de Nederlandse competitie. De Belgen Luc Brouwers en Jo Smeets verrichtten een tijdlang grensarbeid in Sittard. Maar die spraken hetzelfde dialect. In Den Haag zorgt de Hongaar Zsigmond Makay al enige tijd voor de ‘couleur locale’. Stuk voor stuk goede spelers, maar geen supertop.

              Het Poolse avontuur van Helioform/Tachos, maandblad HANDBAL, oktober 1989

De Brabantse eredivisionist Helioform/Tachos heeft die intussen wél, met het in huis halen van de Pool Piotr Konitz. 30 jaar, 75 keer international en vorig seizoen nog landskampioen met Pogon Zabrze. “Dat is de mooiste herinnering uit mijn carrière,” zegt hij in karig Duits. “Ik heb 75 interlands gespeeld, deelgenomen aan ontelbare grote toernooien, tien jaar lang aan competitie op topniveau gedaan. Maar die eerste kampioenstitel was de absolute bekroning. Of ik nu niet liever met Pogon Zabrze om de Europabeker had gespeeld? Ach, ik heb zoveel tophandbal achter de rug dat ik daar niet meer bij stilsta. Mijn internationale carrière is definitief voorbij. Nu heb ik bij Tachos een nieuwe uitdaging gevonden….”

                           

           ....de scheidsrechters doorgronden zijn snelle bewegingen niet altijd en fluiten hem foutief af....

De komst van deze Poolse international naar Nederland is niet onopgemerkt gebleven. In de pers werd aan deze gebeurtenis ruime aandacht besteed en in de prognises van de coaches, clubleiders en journalisten werd met Konitz aardig rekening gehouden. Met andere woorden: Tachos wordt zonder meer bij de absolute top gerekend.

“Iedere trainer heeft zo zijn eigen visie over de top. Ik heb dus de mijne,” verzucht Tachos-coach Gio Antonioli. “Zeer duidelijk is dat in de eredivisie veel ploegen elkaar erg dicht zijn genaderd qua sterkte. Er is geen uitgesproken favoriet, heel veel ploegen kunnen van elkaar winnen. De enige ploeg die in een favorietenrol wordt geschoven is Aalsmeer. Al jaren met een uitstekend basis, zowel kwalitatief als kwantitatief, een kern die compleet gebleven is. Kortom een tem met potentie. Bij die top hoort ook Emmen, ondanks het feit dat E&O aan kwaliteit heeft ingeboet. Twee basisspelers weg is niet niks. Hermes heeft zich versterkt en hoort er ongetwijfeld ook bij. Uiteraard zijn er de coryfeeën V&L, Blauw Wit en Sittardia. Hellas heeft vrij grote pretenties, zou dus ook in die groep mee moeten. Maar beweren dat wij favoriet zijn, nee, aan een dergelijke voorspelling waag ik me niet. Piotr Konitz is een formidabele aanwinst maar anderzijds zijn wij nogal wat spelers kwijt geraakt. Han van de Hoff naar V&L. Verder zijn broer Mark, Wim Klerkx, Frank van Ommen, Geert van Meersbergen….Dat zijn niet altijd basisspelers maar toch jongens die afgelopen seizoen aardig wat spelminuten hebben gekregen. In hun plaats kwam dus Konitz, da’s natuurlijk niet niks. Maar hij is pas anderhalve week voor de competitie aangekomen. Die moet dus nog in de ploeg groeien.”

Polish connection

Die uittocht van spelersmateriaal zette het Brabantse clubbestuur plots voor onvoorziene problemen. De basis was aanzienlijk geteisterd, er was ineens een tekort aan cirkelspelers, aan opbouwspelers. Kortom, er moest iets gebeuren.

Gio Antonioli: “Op een bepaald moment gingen we heel driftig naar versterking zoeken. We hebben weliswaar een talentvolle jeugdploeg staan maar de kloof met de senioren is nog veel te groot. Wachten op die aflossing kan gewoon niet. Aan de top moet je immers presteren. Dat ben je aan je sponsor verplicht. Als je in Nederland versterking wilt zoeken, kom je automatisch bij de internationals terecht. Dat is een groep spelers waar iedereen mee gaat praten. Met name Frank Coenders is vrijwel door alle eredivisieploegen benaderd. Zijn voorwaarde om te blijven was trouwens dat er versterking zou komen. In Nederland een betere invulling zoeken is eigenlijk onbegonnen werk. Daarom ga je over de grenzen kijken. België wordt sowieso moeilijk door een waterdichte transferregeling én door het feit dat het daar zo langzamerhand gebruikelijk is dat er leuke vergoedingen worden betaald. Zo blijft nog maar één alternatief, tevens het moeilijkste: een speler halen uit het Oostblok, dus Polen in dit geval. Geen eenvoudige zaak, zo’n jongen kost geld en moeite. Het toeval wil dat wij enkele keren vriendschappelijk tegen Pogon Zabrze hebben gespeeld. Toen is er wat gepraat met die Poolse club, want we hadden een aantal spelers op het oog. Konitz was er daar één van. Anderen naar hier halen is ons niet gelukt, hoewel we met een tweede speler vrij ver waren. Maar uiteindelijk kreeg hij geen toestemming van de Poolse bond, omdat hij nog te jong was en te belangrijk voor de nationale ploeg….”

Handbalkwaliteiten

“Elke Poolse topspeler droomt ervan om aan het einde van zijn carrière zijn handbalkwaliteiten te verzilveren ergens in een westers land,” valt Piotr (Peter) Konitz in. “Jammer genoeg krijgt niet elke speler die kans. De bond stelt immers een aantal strenge eisen voor je mag vertrekken. Waarom nu juist Nederland? Wel, louter toeval. Ik kreeg immers ook een voorstel uit Duitsland maar de Nederlanders waren net iets eerder, zeker wat concrete afspraken betreft. Akkoord, Bundesliga is de absolute top. Maar spelen in Duitsland is voor mij een vrij groot risico. Het is een sterkere competitie dan de Poolse. Ik zou daar uitsluitend op de hoek passen. En omdat ik dat al tien jaar lang doe, wilde ik wel eens wat anders. In Nederland kan ik me nog profileren op een andere positie. Vergeet niet dat ik al 30 ben, dag in dag uit twee keer trainen hou ik voor bekeken. Ik wil het best wat kalmer aan doen. Misschien rendeer ik in de toekomst beter als spelverdeler. Dat is een nieuwe uitdaging. In die zin leek de aanbieding van Tachos me de beste. Het is zeker geen stap terug…..Kijk, de laatste jaren volg ik het Nederlandse handbal van op afstand. Ik heb diverse ploegen gezien op toernooien. Het spelniveau is er de laatste jaren flink op verbeterd. Ik denk dat het Nederlandse handbal niet ver meer verwijderd is van het Poolse. Ik zeg slechts dit: in Polen is het verdraaid moeilijk op de hoek te spelen, maar in Nederland is dat even lastig…”

Sinds 2017 is Piotr Konitz trainer van het Belgische Olse Merksem

Alles wijst erop dat Piotr Konitz in Nederland aan een tweede carrière begint. Hijzelf droomt van een hoofdrol in de opbouw en de plannen van de trainer wijzen resoluut in dezelfde richting.

Antonioli: “Kijk, in deze fase van de competitie zal hij nog vaker op de hoek komen natuurlijk. Het vraagt immers nogal wat tijd om mee te draaien in de opbouw. Op de hoek zit je d’r veel sneller in. Maar uiteindelijk is het wel de bedoeling hem in de tweede rij te loodsen. Na het vertrek van Han van den Hoff is daar in het midden een vacature. Ditmaal moet Konitz die opvullen, maar dat is voorlopig niet zo eenvoudig omdat je om te beginnen al met een taalprobleem zit.”

“Dat is inderdaad voorlopig mijn grootste probleem,” komt Konitz ertussen. “Ik heb de grootste problemen om bepaalde spelsituaties te bespreken met de groep. Als dat taalprobleem is opgelost, zouden ook heel wat speltechnische problemen uit de wereld zijn. Ik ben omringd door schitterende spelers. Ik ben overigens formidabel opgevangen in de groep, ook door het clubbestuur. Ik heb alles wat ik nodig heb, gewoon fantastisch. Ik ben ook van plan zo vlug mogelijk Nederlands te leren. Over enkele dagen komt mijn gezin naar Nederland en dan voel ik me helemaal op mijn gemak. Maar, voor de verantwoordelijke rol die men van mij verwacht, moet je nog wat geduld hebben. Ik moet mij eerst aanpassen, aan mijn nieuwe omgeving, aan het team, aan de competitie.”

Aanwinst

In Waalwijk is mijn opgetogen met de komst van Konitz. Of de concurrentie dat ook is, laten we in het midden. Konitz is niet de eerste buitenlander in de competitie, wél de eerste topspeler. Een aanwinst voor de eredivisie dus.

Antonioli: “Ongetwijfeld. Je praat immers over iemand met 75 interlands op zijn naam, over een basisspeler van de Poolse kampioen, over een echte professional. Maar je moet zo’n speler ook krediet geven. Hij moet in het team goed de competitie leren kennen, vertrouwd raken met de arbitrage. In de eerste competitiewedstrijd werd hij door de scheidsrechters al extra in de gaten gehouden. Bij een bepaalde snelle beweging op de hoek werd hij telkens afgefloten. We zijn die bewegingen nadien gaan ontleden. Dat waren helemáál geen vier passen! Maar het gaat allemaal zo ontzettend snel bij hem, dat is een beweging die hij al van jongsaf uitvoert, een echt automatisme. Iets wat de scheidsrechters hier nog nooit hebben gezien en dan maar keer op keer affluiten. Kijk, dát is aanpassing, dat is acclimatiseren. Maar in de schaarse oefenwedstrijden die Konitz heeft meegespeeld is ongetwijfeld gebleken dat hij een gigantische aanwinst voor ons is. Voor ons én voor de Nederlandse competitie. En dat is maar goed ook, want tenslotte zijn toch weer knap wat eigen topspelers naar het buitenland vertrokken. In dat verband brengt Konitz misschien redding, krijgt dit voorbeeld wellicht navolging.”

Konitz: “Ik vind het bijzonder sympathiek dat ik voor velen in het centrum van de belangstelling sta. Anderzijds vind ik het ook bijzonder jammer. Want overal waar Piotr Konitz komt spelen, worden hij extra in de gaten gehouden. Ik krijg veel minder ruimte, ik krijg vaak een persoonlijke dekking. En daar ben ik niet zo gelukkig mee. Je mag niet vergeten: ik ben géén wereldvedette! Ik ben gewoon Piotr Konitz!”

Ondanks het verzoek van de coach om begrip en geduld , ondanks de waarschuwing van de Pool dat ‘hij ook maar een handballer is’ staat het als een paal boven water dat Helioform/Tachos met bijzondere ambitieuze bedoelingen start.

“Het is vrij duidelijk,” aldus Antonioli, “dat als je zoveel moeite doet om een topspeler naar hier te halen, lijken die ambities nogal voor de hand liggend. Uiteraard stellen we onze verwachtingen hoog, maar ze vertalen in een plaats is moeilijk. Dat durf ik niet zo meteen. Het hangt ervan af hoe die ploeg gaat draaien. Ik heb een eerder beperkte groep, als die heel blijft denk ik wel dat we in de top zullen meespelen. De concurrentie is echter gigantisch, we springen er zeker niet bovenuit. Want Konit maakt Tachos geen kampioen, hij kan de ploeg wel een stuk sterker maken. Dromen? Ach, het heeft zo weinig zin om te dromen, je kunt……consequent werken aan verbetering van je prestaties. En dat moet altijd weer opnieuw gebeuren. Illusies? Die tijd heb ik gehad hoor….”

                                                                     Geen kampioen
Na acht duels in de eredivisie (20-11-1989) leidde Tachos de dans, samen met Sittardia: 14 punten. Zes wedstrijden voor het einde leidden de Limburgers met twee punten voorsprong (19-2-1990). Uiteindelijk pakte Sittardia nipt de 14e nationale clubtitel. Vijf jaar speelde Konitz voor Tachos. In 1994 werd hij 14 (!) jaar lang trainer van de ploeg. Dan volgden drie seizoen bij Bevo, gevolgd ook drie jaar bij HARO Rotterdam. Een jaartje Volendam (2016-2017) om dan naar België te vertrekken: Olse Merksem is sinds 2017 zijn club.  

cover Piotr Konitz, aanwinst voor de Nederlandse competitie, met trainer Gio Antonioli

foto archief HSP / NHV

Deel dit bericht