Nieuws

Piotr Konitz: "Voor mij was vooral de grootste uitdaging België"

De nacompetitie in België is nu voor een derde gespeeld. Onverhoopt of niet, De handballers van Merksem wisten hun eerste  twee wedstrijden thuis te winnen en hebben zich op die manier op de tweede plaats genesteld van de degradatiepoule in de Belgische Eerste nationale. Zondag volgt de eerste wedstrijd buitenshuis. En ondanks die tweede plek in het klassement is de verplaatsing meer dan ooit van belang. Kreasa Houthalen verslaan, betekent zo goed als lijfsbehoud Naar aanleiding van deze derde wedstrijd in de Play Downs hadden wij een interview met trainer-coach Piotr Konitz.

Hoe belandt een Pools ex-international bij een club als Merksem?

“Tja, dat is een moeilijke vraag...  “Ik ben het laatste jaar bij Volendam verschillende keren aan de praat geraakt met Merksem. Zij polsten naar mijn toekomst en gevoel bij Volendam en zo. Dit evolueerde meer en meer naar de vraag om naar Merksem te komen. "We hebben een leuke ploeg, we hebben nieuwe toekomstplannen, en we hebben iemand nodig die met ons opnieuw iets wil opbouwen!"  Ze hebben het me mooi weten te verkopen dat ik dacht dat het een mooie job zou worden. Ik heb een soortgelijke job gedaan bij Haro met de nodige successen. Vooral door te werken met jeugd”.

Het is dan toch iets helemaal anders. Van een Nederlandse topclub naar een club als Merksem.

“Dat is zeker waar, maar voor mij was vooral de grootste uitdaging België.  Ik heb in Nederland alles gezien. Alle clubs, alle sporthallen, heel veel mensen. Ik was op iets anders uit. Nieuwe uitdaging, nieuwe mensen, nieuwe sporthallen, andere omgeving,”

De ploeg maakte sinds het begin van het seizoen al een enorme progressie. Voldoen zijn aan je verwachtingen?

“Ja, maar qua resultaten nee. Dit heeft wel te maken met de omstandigheden natuurlijk. In het begin hebben we enorme tegenslag gehad met het uitvallen van enkele mensen. En dan heb ik het eigenlijk over bijna de hele opbouwlijn. Ik heb in het begin toen ik  bij Merksem kwam voor 3 à 4 opbouwers gekozen waarmee ik de ploeg wou gaan bouwen, Nuni Bazoer, Simon Van Den Bergh, Lars  Koenraads  en Zaïd Allaf. Helaas door omstandigheden zijn ze alle vier  weggevallen. Lars en Zaïd zijn wel terug, maar ik had dit niet zien aankomen. De voorbereiding was ook op die achterlijn gebaseerd. Ondanks alles zien we inderdaad toch telkens de progressie, maar af en toe ook met een dipje. Elke keer moesten we weer zoeken naar de basis, de ruggegraat van het team. En nu zie je de resultaten weer omhoog gaan. Jammer dat dit in fases gaat met ups en downs, maar al bij al ben ik hartstikke tevreden met de groei die de ploeg heeft gemaakt. Sommige jongeren kwamen in een nieuwe rol, maar het is verbazend hoe zij zich hierin ontwikkelen”.

De eerste twee wedstrijden uit de play-downs werden gewonnen met veel inzet. Hoe zie je het verdere verloop, met nog drie uitwedstrijden?

“De teams zijn aan elkaar gewaagd. Zogenaamd waren wij de zwakste, als je kijkt naar het resultaat van de reguliere competitie, maar door de enorme inzet, komt  nu het resultaat. Met dat hard werken ben ik natuurlijk zeer tevreden. Ik vind het knap dat een aantal jonge spelers, gesteund door routiniers, zulke resultaten kunnen boeken. Als je binvoorbeeld  kijkt naar Eynatten, daar hadden we dit jaar niet van gewonnen, maar nu op het juiste moment wel. Dat wil dus zeggen dat wij enorme stappen maken. Met de komst van Visé wisten we niet tegen welke ploeg we zouden komen te staan, want in de laatste competitiewedstrijd hebben we met hun BENE -League-spelers toch een tik gekregen. Het was dus een moeilijke start met 2twee thuiswedstrijden, als je daar al in uitglijdt, dan heb je meteen een groot probleem. Op papier was het een gemakkelijke start, maar mentaal toch best zwaar. We hebben gevochten voor de punten en dat hebben we fantastisch gedaan. En zo staan we dan plots op de tweede plaats en gaan we spannende wedstrijden krijgen. De volgende wedstrijd is een cruciale. Als we die winnen, durf ik rustig de uitspraak doen dat we ons redden dit seizoen”.

Je zoon speelt in de Tweede Bundesliga en je volgt hem uiteraard op de voet. Volgt hij zijn vader ook van dichtbij?

Ja, natuurlijk. Hij is met mij mee lid geworden op de sociale media, en hij volgt het allemaal. Hij weet alles over mij en ik alles over hem. Dat is dus zeker wederzijds.

Zou hij ook ooit nog onder zijn vader spelen?

Dat hoop ik wel ja

In Merksem?

Bijvoorbeeld ja, ik hoop het. Maar hij is nu 33 en doet het nog hartstikke goed in Duitsland. Hij heeft er waarschijnlijk nog wel een paar jaartjes.

Hoe gaat je vrouw om met al dat handbalgeweld in de familie?

Nou, ze is rustig geworden. Ooit was het bij ons een gekkenhuis. Mijn dochter speelde bij de jeugd in de nationale reeksen. Mijn zoon en ikzelf hebben ook onze hele leven handbal op niveau gespeeld. Mijn vrouw zelf ook ooit trouwens, tot er de kinderen kwamen. Maar eigenlijk is ze evengoed opgegroeid met handbal. Ze heeft er zo ook alle begrip voor hoe het is om speler of coach te zijn. Moest ik een andere vrouw gehad hebben, die dit niet zou verstaan, dan hadden we waarschijnlijk niet samen gebleven. Ze doet het zeker uitstekend. Ze heeft eigenlijk nog nooit geklaagd.

Ga je ooit klaar zijn in het handbal of zal je er altijd mee bezig blijven?

Wel, het is eigenlijk zo dat handbal gewoon mijn leven is geworden. Zolang ik gezond ben en mijn verstand nog heb, dan ga ik net zolang verder doen.

Hopelijk ook ooit met de kleinkinderen?

Inderdaad, inderdaad, die groeien ook op met handbal in die gekke familie, dus de opvolging is ook al verzekerd.

Hoe zie je de toekomst van onze club op een termijn van 5 jaar?

“Dat is zeker een interessante vraag, dat is allemaal afhankelijk van hoe de jeugd zich verder zal ontwikkelen. Hopelijk kunnen ze die ontwikkeling de komende jaren verder door zetten. En dan is het voor Merksem de taak om de talenten te houden. Ik heb het bij HARO meegemaakt dat de talentvolle jeugd ook een enorme groei had meegemaakt, maar er waren niet de financiële middelen om deze spelers te houden. Andere clubs wisten "Die jongeren worden goed opgeleid bij Konitz, die moeten wij hebben!" Als je dan als club niet financieel in staat bent om ze te houden, ga je telkens opnieuw moeten bouwen, en dat wordt moeilijk. Anderzijds, als wij de talenten kunnen houden en op een slimme manier de mindere posities kunnen gaan versterken, dan denk ik dat we op korte termijn nog een enorme groei kunnen doormaken. Als er niks geks gebeurt uiteraard”.

“Maar, wee moeten natuurlijk in eerste instantie zien dat we ons dit seizoen redden. Als de versterkingen die we op het oog hebben ons daadwerkelijk komen vervoegen, dan zie ik volgend jaar nog een veel beter Merksem en het derde jaar moeten we dan rijp zijn om toch voor de prijzen te gaan.  Als je ziet dat sommige spelers een seizoen geleden nog twee reeksen lager speelden, dan vind ik dat knap. Zo zijn we nu in de opleidingsfase. Als deze groep trouw blijft aan Merksem, dan zie ik de toekomst zeer positief te gemoed” 

Deel dit bericht