Nieuws

Superieur Noorwegen overklast zwalkend Nederland in halve finale op alle fronten

Danick Snelder: “Droom van goud is voorbij!”

Door Frits Feuler –Je droomt van goud op een WK. Iets wat nog niet in je prijzenkast zit. Je hebt er weer een jaar lang voor getraind. Op het 23e WK in Duitsland moest Oranje dan eindelijk een keer met de hoofdprijs aan de haal gaan. De weg naar de halve finale was niet echt hoopgevend. Misschien tegen beter weten in, dichtte Nederland zich toch nog een kans toe om opnieuw, na 2015, in de finale te komen. De voorbije zeven duels toonden aan de ploeg niet als een collectief op het juiste moment piekte. Speelsters namen beurtelings een hoofdrolletje op zich. Dat bracht de vicewereldkampioen toch nog bij de beste vier teams. Maar als je dan tegen een ontketend Noorwegen, regerend kampioen, met een palmares om ‘U’ tegen te zeggen in de halve finale zo slap aan die alles-of-niets wedstrijd begint, dan is de kater achteraf bij iedereen heel groot. Noorwegen overklaste Nederland op alle onderdelen van het handbalspel: 23-32. Met zure gezichten dropen de speelsters af. Na de net-niet plaatsen op Olympische, wereld- en Europese podia nu opnieuw een geweldige klap.  

Op het WK in Denemarken, in 1999, won Nederland onder leiding van Bert Bouwer, in de groepswedstrijd ruim van Noorwegen: 24-18. Maar zie! In de knock-out-fase kegelde Roemenië Nederland uit het toernooi en won Noorwegen uiteindelijk in de finale van Frankrijk: 25-24. De eerste mondiale titel, met een vervolg in 2011 en 2015. Na de getoonde overmacht tegen een zwalkend Oranje lijkt een vierde titel komende zondag in de maak.

Oranje startte, voor ruim elfduizend toeschouwers, desastreus. Bij tijd en wijle hopeloos en radeloos ook. Als beginnelingen en bevende rietstengels zagen de oranjehemden een weergaloos Noorwegen vanaf acquit het tempo en de marsroute bepalen. Niet bij te houden, zo leek het. Sterker: zo was het. Vooraf hadden de Nederlandse fans nog hoop op een wederopstanding van de Thomsen-ploeg, een alles-of-niets was nodig. Bij 1-8 na twaalf minuten, stokte de adem. Als versteend keken ze naar hun favorieten, moesten lijdzaam toezien hoe aan de overkant het blok met ruim 2000 Noorse supporters datgene weer zagen wat ze eigenlijk al jaren gewend zijn van de nationale ploeg.

Coach Helle Thomsen probeerde met wat wissels orde in de chaos te scheppen, geen beginnen aan. Tess Wester was meer schietschijf dan keepster. Je kreeg spontaan medelijden met haar. Ook zij wist zich geen raad met de projectielen die vanuit alle hoeken en standen op haar af kwamen. Binnen tien minuten vluchtte Thomsen in de eerste time out.

Centraal – zonder de overige Noorse speelsters te kort te doen – waren Nora Mork en Heidi Loke. Alleen al voor de kwaliteiten en het verfrissende spel van de 26-jarige linkshandige opbouwspeelster Mork, teamgenote van Broch en Groot bij Györi, zou je als handballiefhebber naar de sporthal gaan. Snel op de voeten, technische vernuft aan de bal, flitsende acties, sprongworpen met karakter, inzicht. Maar ook boos als ze niet snel genoeg door een medespeelster de bal aangespeeld krijgt. Zij speelt buitenaards en laat parallel ook haar teamgenotes beter functioneren. 50 % van haar acties zijn raak, maar vanaf de stippellijn mist ze er toch uiteindelijk vier van de zes. Het is haar vergeven. Met haar maatje Heidi Loke kan ze het goed vinden, die tandem rendeert voortreffelijk in tegenstelling tot de koppeltjes die Thomsen het veld in probeert te sturen. Groot bleef ondermaats, Van der Wissel – met veel bombarie binnen gehaald – mocht vanaf de wisselbank toe kijken.

Nederland kreeg het in de eerste helft al niet belopen. De 5-13 tussenstand (20’) beloofde niet veel goeds. Laura van der Heijden zorgde met vier bijna opeenvolgende treffers voor een optisch betere ruststand: 10-17.

“Kansloos als je zo begint,” mopperde Danick Snelder na afloop. “Ik houd hier een rot gevoel aan over. We hebben geprobeerd te knokken, we wilden mee spelen. Je begint met de beste bedoelingen maar moet al vrij snel inzien dat het er niet in zat vandaag. Onze eerste aanvallen waren al vol twijfel, dan weet je het wel,” keek ze een half uur na afloop nog wat sipjes. “Die snelle tegendoelpunten kwamen we niet meer te boven. We kregen in de tweede helft de dekking nog enigszins op niveau maar niet genoeg voor een betere score. De droom van goud is nu echt voorbij!”  

Ook in de tweede helft kon Oranje de Noorse TGV niet afstoppen. De onnoemelijk sterke Noorse opbouwrij dolde bij tijd en wijle de Nederlandse defensie. Om niet te zeggen dat Nederland vernederd werd. De marge bleef, via 14-22 en 17-25 op de bordjes. Nog maar eens een time out bij Thomsen. Knippenborgh er in, Kramer erin, Groot eruit, Jankovic voor Wester. Niets hielp. Zeven minuten voor tijd (20-30) gaf de gemiste strafworp door Loïs Abbingh de gemoedstoestand het beste weer bij de speelster van Issy Paris die tegen Tsjechië nog veertien keer raak gooide en nu met één velddoelpunt en drie strafworpen in de statistieken belandde. Bij 22-32, veertig voor tijd, gooide ze opnieuw een pingel, nu tot frustratie van zichzelf, behoorlijk ver naast het doel! In twee dagen tijd kan soms veel veranderen! “We moeten zondag nog een keer alles geven. Maakt niet uit tegen wie,” probeerde ze de moed er nog enigszins in te houden. Misschien tegen beter weten in?

Tess Wester pakte 7 van de 35 ballen, Jasmina Jankovic 1 van de 5. Bij Noorwegen pareerde Grimsbo 6 van de 20 en Lunde 6 van de 15.

Scores Nederland: Wester, Jankovic; Kramer, Van der Heijden 5, Bont, Abbingh 4, Snelder 3, Knippenborgh, Broch 4, Groot, Dulfer, Smeets 3, Rozemalen 1, Malestein 1, Van der Wissel, Polman 2.

Scores Noorwegen: Grismbo, Lunde; Arntzen 1, Kristiansen 5, Loke 3, Skogrand, Ingstad, Mork 8, Oftedal 6, Brattset, Fauske, Christensen, Kurtovic 4, Herrem 2, Solberg 1, Jacobsen. 

Deel dit bericht