Nieuws

TOPCLUBS KOESTEREN BENE-LEAGUE

Door Peter Lotman en Frits Feuler - Elk jaar laait de discussie weer op over het voortbestaan van de BENE-League. Dit keer extra actueel, omdat geen enkele ploeg uit de eredivisie wil promoveren en Houten de licentie heeft teruggegeven. De meningen zijn verdeeld. Hieronder - in meerdere afleveringen - de visie van de vijf Nederlandse ploegen, met een duidelijke boodschap. De motivatie van Houten om volgend seizoen niet meer te starten, is bekend en is het uitgangspunt geweest voor deze bijdrage. Later ook nog de reactie van de kampioen van de eredivisie, Quintus die ook afzag van een stapje hoger. 

                      DICK JACOBS, COMMERCIEEL MANAGER TOPSPORT HANDBAL HOUTEN

Met het aangekondigde vertrek van The Dome / Handbal Houten is er heel wat reuring ontstaan. Waarom juist nou die club die de laatste jaren aangaf op het hoogste niveau te willen spelen. Maar ook vervolgens het afhaken van drie potentiële kandidaten: Quintus, E&O en BFC.

“Drie wedstrijden gewonnen, we kwamen kracht tekort om een definitieve plaats af te dwingen,” aldus manager Topsport Houten Dick Jacobs in een eerdere reactie. “Dit eerste jaar op het hoogste niveau heeft voor wat betreft belangstelling van publiek, TV en sponsoren niet gebracht wat we gehoopt hadden. Het viel zwaar tegen. In de eredivisie hebben we meer uitverkochte wedstrijden gehad dan in het afgelopen seizoen. De BENE-League leeft blijkbaar niet in onze regio. Handbal heeft blijkbaar geen goede bekendheid in Houten, met 50.000 inwoners. Marketeers zijn nodig, maar die doen niks gratis,” klinkt het licht teleurgesteld.

                            

Bezoekers hadden kritiek op de dure entreeprijzen. “Was niet anders, omdat het ontzettend veel geld kost om een team in die BENE-League te laten spelen. De bijdrage van gemeente Houten voor topsport is nihil, zeker als dit gekoppeld wordt aan de onzekere economische situatie, moeilijk om sponsors te vinden. Kiezen dus voor een mooie competitie met misschien 16 ploegen in de eredivisie. Op BNL-niveau heb je meer faciliteiten en vrijwilligers nodig, maar we vinden ze niet. De regio Utrecht moet in staat zijn tophandbal te behouden, dus doen we een beroep op clubs in de provincie om samen te werken.”

                BERT BOUWER, TRAINER/COACH LANDSKAMPIOEN GREEN PARK AALSMEER

Of de BENE-League moet blijven bestaan, is voor Bert Bouwer een uitgemaakte zaak. Zijn openingsantwoord spreekt wat dat betreft boekdelen. “De BENE-League is voor mij de enige reden om als trainer door te gaan.” De succesrijke oefenmeester heeft recht van spreken. Hij was actief in Denemarken, Japan, met Oranje en bij Nederlandse topclubs. Hij werkte met professionals. Grondlegger van vele initiatieven om het vaderlandse handbal te verbeteren.

“Spelers met ambitie gaan naar de BNL-clubs. Die hebben een volwaardig topsportprogramma. Ook bij Aalsmeer hebben we de laatste drie jaar flink geïnvesteerd in het aantal uren. Vijf keer baltraining per week en driemaal krachttraining. Daar worden spelers echt beter van. Wij proberen spelers zelf op te leiden via onze eigen jeugdopleiding met veel faciliteiten. Verder halen we spelers met talent uit de Nederlandse competitie. Als je gaat kopen in het buitenland, ben je verkocht.”

“Ik vind wel, dat spelers op veel te jonge leeftijd naar het buitenland gaan om daar in de tweede of derde Bundesliga te gaan handballen. Blijf tot een bepaalde leeftijd, 20 jaar bijvoorbeeld, in Nederland en zorg dat je voldoende bagage hebt om daar te kunnen slagen, is mijn advies.”

Geen optie

Terugkeren naar de ‘klassieke’ eredivisie van vroeger met bijvoorbeeld de zes sterkste BNL-clubs en zes eredivisieploegen is voor Bouwer geen optie. “Daar schieten we niets mee op. Het is inmiddels wel duidelijk geworden dat de eredivisieteams niet kunnen aanhaken bij het niveau van de BNL. Het blijft stuivertje wisselen. Dan moeten ze eerst hun programma verzwaren en de jeugdopleiding naar een hoger plan tillen. De wedstrijden tegen de Belgische clubs, zoals Bocholt en Visé, zijn van hoog niveau. In België zijn meer financiële mogelijkheden vanwege de lokale sponsors. Het is dus niet zo verwonderlijk, dat veel Nederlandse spelers daar naartoe trekken. Wij moeten als Nederlandse clubs daar een aantrekkelijk programma tegenover stellen.”

                                             

                                                            Bert Bouwer, foto Tina Kolthof

De soms geringe toeschouwersaantallen in de BNL zijn voor Bouwer ook een aandachtspunt. “Wij trekken veel publiek, Bevo ook en bij de topwedstrijden van LIONS gaat het ook wel. In België is het behalve bij de topclubs vaak mager. Maar dat los je niet op door voor een versterkte eredivisie te kiezen.

Zijn advies om het tophandbal in de BENE-League te verbeteren, zou zijn: “Stop met de Handbal Academie en ondersteun met het vrijkomende geld de vier topclubs in Nederland. Daar kunnen dan talenten worden opgeleid die langer in eigen land blijven. Een ander belangrijk punt is: verbeter het niveau van de scheidsrechters. Dat moet voor een sterke BNL ook een hoge prioriteit krijgen. En laat de tweede teams als voorwedstrijd voor het eerste spelen; dan kunnen de spelers in 1 en 2 uitkomen. Aantal buitenlandse spelers bepreken tot drie of vier.”

                                      RENÉ ROMEIJN, MANAGER GREEN PARK AALSMEER

Het argument, dat het uitkomen in de BNL veel duurder zou zijn, snijdt volgens manager René Romeijn geen hout. “Het startgeld is 2500 euro, net zo hoog als in de eredivisie. Je moet wel een borg betalen, maar die krijg je ook weer terug. De afstanden met de bus in de eredivisie zijn net zo ver als in de BNL. Of je nu naar Emmen of Beek moet reizen of naar Bocholt of Visé. Daar zitten de kosten ook niet in. De scheidsrechterskosten zijn misschien wat hoger (300 euro), omdat er koppels uit België komen.”

“Maar alles bij elkaar kan het geld niet de reden zijn om niet te willen promoveren. Je kunt het natuurlijk zo duur maken als je zelf wilt door spelers te betalen. Dat is beleid van een club. Maar dat heeft niets te maken met de vaste kosten van het spelen in de BNL. De kwaliteit van het team om niet te promoveren, kan ik wel begrijpen als argument. Daar moet je dan hard aan gaan werken als club en dat is een traject van zeker drie jaar. Hetzelfde geldt voor de publieke belangstelling. Die zal niet in het eerste jaar direct hoog zijn. Dat moet groeien en is ook een kwestie van de ploegen leren kennen voor de toeschouwers. Als speler wil je toch op het hoogste niveau acteren. Daar kun je alleen maar beter van worden.”

“Een club die als doel heeft kampioen te worden in de eredivisie, moet zijn beleid daarop aanpassen en een plan maken. Ook voor de BNL. Dat gaat stapsgewijs. Hetzelfde geldt voor de Europa Cup. Daar zijn wél hoge kosten mee gemoeid, zo’n tien tot vijftien duizend euro per rondje. Dan is uitkomen in de BNL maar een schijntje.”

cover Actiemoment uit het duel om plek drie en vier, FINAL4 2019: Aalsmeer tegen LIONS

foto archief HSP / Alain Decamps                                                

Deel dit bericht