Amber Zomerdijk en Esma Staal moeten noodgedwongen toekijken bij VZV
Door Frits Feuler – O, wat zouden ze graag op het veld willen staan in het duel van VZV met het Geleense Vlug en Lenig. Blessures voorkomen dat VZV-keepster Amber Zomerdijk en Esma Staal hun ploeg van dienst kunnen zijn in een duel dat, achteraf gezien, heel enerverend en bijzonder spannend zou worden: 24-25.
Beiden hebben het moeilijk met de situatie. Voor Amber Zomerdijk zal de inactiviteit wat korter van duur zijn dan die van haar ploeggenote Esma Staal. “Donderdag, tijdens de keeperstraining, was het opeens gebeurd,” kijkt Zomerdijk, met twee krukken als extra steun, terug op dat fatale moment dat haar vier tot zes weken aan de kant houdt. “Ik ging door mijn rechter enkel, wilde teveel maar was ook wel vermoeid door de nachtdiensten die ik de afgelopen tijd als verpleegkundige heb gedraaid. Zo zie je, een ongeluk zit altijd in een klein hoekje. Ik voelde gelijk een flinke klap, wachtte die avond af wat het zou kunnen gaan worden want ik wilde hier toch vanavond spelen,” geeft ze haar gedrevenheid nog maar eens aan. “De volgende dag bleek dat ik dat verhaal voorlopig uit mijn hoofd kan zetten.”
Gezusterlijk op de bank in Geleen: Esma Staal (links) en Amber Zomerdijk, foto Ronald Jans
Ook Esma Staal huppelt wat stijfjes door de hal. “Tijdens het duel met SEW in de Noord-Holland Cup maakte ik een actie en krijg ik bij een sprong nog een lichte duw vanaf de zijkant. Een actie zoals je ze duizend keer maakt. Maar ik kwam wat ongelukkig terecht en voelde meteen dat het mis was: voorste kruisband van de linker knie afgescheurd, eerste graads beschadigingen aan de binnenband en een botkneuzing aan de buitenkant van de knie! Twaalf maanden 'out’,” klinkt het enigszins treurig.
Een wereld stortte voor de gedreven 18-jarige Jong Oranje-international in. Twee keer per dag actief op Papendal, dit jaar had haar doorbraak bij VZV moeten worden. “Mijn hele leven is handbal,” geeft ze nog maar eens aan. “Op 12 oktober ga ik onder het mes. Dan een lange periode van revalidatie. Ik mis niet alleen de competitie maar ook het WK met Jong Oranje eind dit jaar. Ik kan nog een lichting bij de oudste groep van Jong Oranje mee, dan moet ik me daar maar op richten!” Maar in alle minder gelukkige omstandigheden blikt ze al weer vooruit naar het moment dat ze wel weer met de bal aan de slag kan.
Samen met Amber probeert het tweetal zoveel mogelijk bij de ploeg te zijn, op training en wedstrijd. “Je blijft bij de ploeg horen, kunt nu alleen maar helpen door aan te moedigen of een paar tips te geven,” klinkt het in koor. Hulpeloos zit het tweetal aan het einde van de speelveldrand naast elkaar. Juichend bij een treffer, soms ook even dat moment van ‘hoe kan dat nou?’
Staal begon dit seizoen met een studie Voeding en Gezondheid in Wageningen, gekoppeld aan haar activiteiten op de Handbalacademie. “Ook in corona-tijd heb ik goed getraind, tweemaal per dag en natuurlijk goed op mijn voeding gelet. Ik zal de komende tijd van grote inactiviteit nog beter moeten letten op mijn gewicht want voordat je het weet heb je volgende zomer een stukje extra balast weg te werken. Dat is niet echt handig!” lacht ze. Na de operatie revalideert ze in huiselijke omgeving, met krachttraining en intensieve fysio. Ze wil o, zo graag weer het veld op.
Inmiddels heeft Staal al zes Europese duels achter haar naam. “Onder Betty Plasmeijer speelde ik als 15-jarige tegen Gran Canaria, vorig jaar kwamen daar vier prima duels bij,” geniet ze nog na van die momenten. “In november geen internationale wedstrijden voor mij!”
Ook voor Zomerdijk was de klap afgelopen week groot: twee banden ingescheurd, pees achterin beschadigd en geïrriteerd. “Bloeduitstorting, de zwelling is nog niet helemaal weg,” laat ze haar deels ingetapete enkel zien. “Vier tot zes weken, tja, kan ik mee leven. Tegen Venlo ben ik er weer bij!” klinkt het stoer. Venlo? “Belangrijk duel,” grapt ze. “Vorig jaar waren we met die ploeg in de race voor die tweede plek. Spannende duels.”
In haar carrière tot nu toe kwam een blessure niet voor in haar woordenboek. “Vanaf de A-junioren heb ik geen wedstrijd gemist. Ik kan niet stil zitten, train lekker en speel graag veel wedstrijden. Als verpleegkundige loop ik overdag veel, maar krijg nu ook wat extra rust op het werk. Alles goed laten genezen. Dan haal ik ook de beide Europese duels ook wel. Maar mijn focus en die van de ploeg ligt op de competitie. Afspraak is dat we in een van de twee finales willen staan, beker of landstitel.”
Ook voor Zomerdijk en haar ploeg waren de afgelopen maanden, los van haar malheur met de enkel, raar. “Normaliter heb je vijf weken rust tussen de beide competities, nu vijf maanden. Nog nooit meegemaakt! Dan duurt het opstarten ook wat langer voor elke ploeg, denk ik. Uitslagen aan het begin zijn nog niet echt bepalend voor de eindstand.” Er zijn immers nog twintig duels te gaan....
cover Spelmoment uit het duel tussen V&L en VZV
foto Sportfotografie Ronald Jans