Nieuws

DENEMARKEN PAKT TWEEDE GOUDEN MEDAILLE; DUITSLAND ONDER DE VOET GELOPEN

Het werd geen finale bij de mannen waar iedereen op hoopte. Denemarken tegen Duitsland was feitelijk na een kwartier gelopen koers: 12-5. En de Denen wilden het weten, op jacht naar hun tweede gouden medaille. Denemarken pakte, door de 39-26 zege – het grootste verschil sinds de Spelen in 1988 tussen UDSSR en Korea (+7) – voor een uitverkochte Arena in Lille de achtste zege in acht duels. Duitsland moest richting de finale alleen buigen voor Kroatië, schakelde in de kwartfinale Frankrijk na verlenging uit en kende tegen Spanje in de halve finale de meest opvallende zes seconden van het toernooi: de spanjaarden verspeelden kort voor tijd een marge van twee treffers op knullige wijze, moesten in de verlenging en werden uitgeschakeld.

De Deense overwinning in die eenzijdige en van alle spanning ontblote finale markeerde ook het afscheid van topscorer aller tijden op de Olympische Spelen, Mikkel Hansen, die net als de Noorse spelverdeelster Stine Bredal Oftedal een dag eerder met een gouden medaille van het veld stapte bij de vrouwen. Mikkel Hansen stopt definitief, doelman Niklas Landin laat de nationale ploeg achter zich, stapte vijf minuten voor tijd van het veld om plaats temaken voor Emil Nielsen maar gaat wel verder bij zijn club Aalborg. Hun afscheid moest een feestelijk karakter krijgen.

GROTE MARGE

Er zijn meerdere manieren om de gouden medaille op de Olympische Spelen te winnen. Het gaat allemaal om het winnen van de finale met minstens één doelpunt verschil. Dat doet het meestal. Maar het kan een sleur zijn, zoals bij zeven van de acht Olympische finales, toen de winnaars het goud pas veiligstelden door met maximaal twee doelpunten verschil te winnen. Maar het kan dus ook op de Deense manier, zoals nu bij de Spelen 2024 in Parijs. Dat is meestal gemakkelijker. Maar voor de vele fans – uitgezonderd de Deense – was het duel een tegenvaller. Drie jaar geleden, tijdens Tokio 2020, kwam Denemarken in de finale Frankrijk tegen en moest het genoegen nemen met zilver: 23-25 verlies. Deze keer deed Denemarken er alles aan om record na record te vestigen.

ALL STAR TEAM
KEEPER: Niklas Landin Jacobsen (DEN)
RECHTERHOEK: Blaz Janc (SLOV)
RECHTEROPBOUW: Renars Uscins (DUI)
SPELVERDELER: Juri Knorr (DUI)
LINKEROPBOUW: Simon Pytlick (DEN)
INKERHOEK: Daniel Fernandez (SPA)
LIJNSPELER: Lukas Jørgensen (DEN)
MVP: Mathias Gidsel (DEN)
TOPSCORER: Mathias Gidsel (62 goals)

Het is niet eenvoudig om in de eerste dertig minuten, tegen welke tegenstander dan, ook 21 doelpunten te maken. Denemarken werd het eerste team dat dit deed in een Olympische finale. Een voorsprong van negen doelpunten bij de pauze (21-12)was ook een nieuw record in de Olympische finale, waarbij de vorige grootste voorsprong, behaald door Joegoslavië tegen Tsjechoslowakije in München 1972 (12-5) meteen uit de boeken werd gespeeld.

GEMAK

En dat deden ze met gemak: de Denen voltooiden waarschijnlijk de beste eerste helft ooit in een Olympische finale, met slechts twee doelpunten minder dan in de hele wedstrijd tegen Frankrijk in Tokio 2020. Zonder zelfs maar een doelpunt te maken in de laatste vier minuten en 51 seconden, toen Duitsland eindelijk wakker werd en van 21-10 door Uscisn en Grgic tot 21-12 kwam. Er was geen enkele zwakte te bekennen in dit Deense team. Sterhouders Mathias Gidsel en Simon Pytlick scoorden elk vier doelpunten in de eerste helft. Linkerhoek Magnus Landin Jacobsen, die in het eerste deel van de wedstrijd obsessief werd gezocht omdat Duitsland te veel aandacht besteedde aan de Deense opbouwrij, scoorde ook vier keer.

En de voorsprong werd steeds groter. Duitsland verloor de bal zeven keer, waarbij de druk eindelijk bij het team kwam dat eerder slechts één wedstrijd (Kroatië) had verloren in Parijs 2024. Na acht minuten in de wedstrijd stonden de Duitsers één doelpunt achter, 6-5. Zeven minuten later werd de kloof vergroot tot zeven doelpunten: 12-5. Denemarken scoorde 87% in de aanval, met een absoluut vlekkeloze prestatie in het eerste deel van een wedstrijd die op papier evenwichtig leek. Vooral nadat de regerend wereldkampioen hun vorige knock-outwedstrijden in Parijs 2024 had gewonnen: tegen Zweden (32-31) in de kwartfinales en Slovenië (31-30) in de halve finales, telkens op het nippertje, dat wel, met één doelpunt verschil.

MEER WOEDEND DAN BLIJ

Na elke wedstrijd was de coach van Denemarken, Nikolaj Jacobsen, meer woedend dan blij. Hij vertelde keer op keer dat zijn spelers hun opdrachten niet respecteerden. Deze keer deden ze dat wel. En in de 36e minuut van de wedstrijd zetten de Denen de grootste voorsprong ooit in een Olympische finale op het bord (26-14) en was Duitsland rijp voor de sloop. Met Gidsel nog steeds sterk, ondanks dat hij meer dan zeven uur op het veld stond in Parijs 2024, richtte de linkspoot ook zijn blik op de records die hij kon breken. Ten eerste werd de rechteropbouwer met zijn achtste doelpunt van de wedstrijd de topscorer van deze editie van de Olympische Spelen. Tegen die tijd had Gidsel zelf de helft van de totale productie van Duitsland in de wedstrijd op zijn naam gezet. Maar ’s werelds beste speler van 2023 was niet te stoppen, hij sloot de finale af met elf treffers, genoeg om de enige topscorer aller tijden te worden in deze editie van de Olympische Spelen, met 62 doelpunten.

Terug naar de wedstrijd: Denemarken zette door tot het einde om nog wat records te vestigen. Dit was de grootste overwinning ooit in de geschiedenis van de Olympische finale, waarmee het vorige record van zeven doelpunten van de Sovjet-Unie tegen de Republiek Korea in Seoul 1988 werd verbroken. De Scandinavische ploeg scoorde ook het hoogste aantal doelpunten ooit in een Olympische finale, waardoor het vorige record dat ook door de Sovjet-Unie tegen Korea was gevestigd (32) in Seoul 1988 naar plek twee werd verwezen.

Achteraf kan men stellen dat dit waarschijnlijk de beste 60 minuten ooit zijn geweest in de finale van de Spelen van die ene ploeg: Denemarken. Op die ruime 39-26 zege valt totaal niks af te dingen, moesten ook de tegenstanders toegeven al zat de teleurstelling diep. Voor handballegende Hansen en teamcaptain Niklas Landin was het een fantastisch afscheid, in de best mogelijke omstandigheden, een wedstrijd waarin Denemarken geen tegenstand duldde en op hun manier geschiedenis schreef. Op de Deense manier: degelijk, frivool, als team. In hun derde Olympische finale op rij behaalde Denemarken de tweede gouden medaille en werd daarmee het vijfde land in de geschiedenis na Frankrijk, de Sovjet-Unie, Kroatië en Joegoslavië dat de Olympische titel in het toernooi bij de mannen minstens twee keer wist te bemachtigen.

Denemarken is het vijfde land dat de Spelen minstens tweemaal heeft gewonnen, Frankrijk heeft er eentje meer op de teller: Frankrijk 3, Sovjet-Unie 2, Kroatië 2, Joegoslavië 2 en Denemarken 2.

Het is ook het einde van een paar fantastische jaren voor Denemarken, dat drie keer won de WK-finale won in 2019, 2021 en 2023. Tevens markeert het een vlekkeloze prestatie van acht overwinningen in acht wedstrijden, iets dat Kroatië deed op de Spelen van 2004 in Athene.

In de vroege ochtend pakte Spanje ten koste van Slovenië de bronzen plak: 23-22. 4-6 was de voorlaatste voorsprong van de Slovenen in het duel dat via een 12-12 ruststand Slovenië bij 19-20 opnieuw op kop bracht. In de laatste negen minuten wist alleen Jure Dolenec nog voor Sloveense treffers te zorgen, als antwoord op tweemaal Gomez, Serdio en de winnende van Alex Dujshebaev.

cover Mikkel Hansen neemt afscheid van het handbal met de gouden Olympische medaille; doelman Niklas Landin stopt bij de nationale Deense ploeg

foto's IHF

Deel dit bericht