Nieuws

Terug in de tijd……40 jaar geleden…Entius/SEW, een dorpsploeg

Door Frits Feuler – Komkommertijd in het handbal. Zeker. Voelt wat onwennig. Een mooi moment om nog eens in de archieven te duiken. Het maandblad HANDBAL leent zich daarvoor uitstekend.

Veertig jaar geleden – we schrijven 1980 – een mooi verhaal over dorpsclub Entius/SEW uit Nibbixwoud. Met de ‘witte Lia en de zwarte Lia’. Bijnamen. Over ballen pakken, over vijf succesvolle breaks in één duel. Over strafworpen tegen, teveel. Over toneelspelen van de Hellas-ploeg.

Een – lang - verhaal van Martien Schurink in HANDBAL, 39e jaargang nummer 7 van februari 1980. Leuk om nog eens te lezen…..er is immers toch niet veel anders te doen!

De dames van Nibbixwoud blijven ijskoud aan de top’

Nibbixwoud is een Noord-Hollands dorp dat door de wetenschap nog niet ontdekt is. Dat is wat eigenaardig, want er valt over deze gemeenschap van nauwelijks drieduizend zielen een boeiend proefschrift te schrijve of op zijn minst een geslaagde doctoraalscriptie. Een socioloog met belangstelling voor de spelende mens zou bijvoorbeeld op zoek kunnen gaan naar het antwoord op de vraag hoe het in vredesnaam mogelijk is dat zo’n gat twee landelijk erkende sportclubs bevat. Nibbixwoud koestert eersteklas voetballers van SEW (Sport En Vriendschap, ook wel verbasterd tot het meer vrijmoedige Spelen En Winnen), maar drukt nog hartelijker het handballende vrouwvolk van Entius/SEW aan de borst. De dames van trainer Jan Koopen nemen in de dorpsgemeenschap een heel aparte plaats in en zijn zelfs bijna boven alle kritiek verheven, nu zij zich moeiteloos blijken te kunnen handhaven op het hoogste niveau.

Het heeft er zelfs naar uit gezien dat SEW zich zou mengen in de strijd om de landstitel. Die hoop is evenwel vervlogen na de recente nederlagen tegen voormalig landskampioen Hellas en het even ambitieuze als talentvolle Swift van duvelstoejager Jo Gerris. Dat neemt echter niet weg dat de eerste kennismaking met de eredivisie SEW prima bevallen is en dat een blijvende vrijage met het nationale tophandbal het (haalbare) doel van het Nibbixwoudse streven blijft.

Westfriezen

Nibbikkers, zo heten de inwoners van het recent aan Wognum toevoegde kerkdorp onder de rook van Hoorn, zijn raszuivere Westfriezen. Gewone landgenoten maar enigszins ongewoon in hun stugheid onverzettelijke natuur en noeste ijver. In vroegere jaren bewerkten de Nibbikkers de schrale grond ter plekke langdurig en dermate intensief dat hun arbeid en de bodem op den duur prettig verteerbare vrucht droegen.

Dat doorzettingsvermogen en het streven naar een hoge graad van perfectie hebben volgens erevoorzitter Ben Loos het karakter van de huidige generatie gevormd. “De Nibbikkers kregen na verloop van tijd meer vrije tijd. Daarin gingen zij prettige dingen doen. Maar de vechtlust om uit iets te halen wat erin zat, die bleef. Als de Nibbikkers iets doen, dan doen ze het goed. Dat zijn ze aan hun voorvaderen verplicht."

Een doorgewinterde wetenschapper of beginnend socioloog kan het cuasaal verband tussen het een en het ander ongetwijfeld beter leggen dan Ben Loos. Ook beter dan Margo Weel. De rechter opbouwspeelster komt in een poging tot een nadere analyse niet veel verder dan: “Nibbikkers zijn fanatieke luitjes. Misschien wel net zo fanatiek als Volendammers. Het beste is voor ons nog niet goed genoeg. We zijn perfectionisten en houden niet van slap gedoe. Ik heb het dan ook nog nooit meegemaakt dat iemand op de training er de kantjes afloopt. Iedereen traint bloedserieus en zo hoort het.”

Familie

Daar komt dan nog als extra stimulans bij dat de een niet voor de ander wil onderdoen. De onderlinge rivaliteit is aanzienlijk en die wordt nog eens extra geprikkeld door de hechte familiebetrekkingen die het merendeel met elkaar onderhoudt. De bloedlijnen lopen in veel gevallen kris-kras door het team.

De bewijzen van die sportieve inteelt liggen voor het oprapen. Ria, Corry en Elly op den Kelder komen uit hetzelfde nest, Marga en Thea Schilder lopen elkaar ook al iedere dag in de ouderlijke woning tegen het bevallige lijf en Ria op den Kelder, Ciska Bijl en Marga Schilder hebben op hun beurt verregaande amoureuze contacten aangeknoopt met de zonen van de familie Mol, erkend hofleverancier van handbalsters en mannelijk voetbaltalent.

De dames Huisman vallen gek genoeg buiten het kader van de handbalinteelt. Maar daar heeft het tweetal lang geleden iets op gevonden. Beiden kozen dezelfde voor- en achternaam, ook al konden ze het niet verder brengen dan de status van achternicht.

Gedwongen bijnamen

Die volledige naamverwantschap heeft nimmer tot verwarring geleid. Doelvrouwe Lia wordt op grond van haar vaagblonde haarkleur de Witte genoemd en cirkelloopster Lia heeft op aandringen van het duidelijkheid nastrevende deel van de plaatselijke gemeenschap de titel Zwarte of Zwartje aangenomen.

Lia, die donkere dus, heeft nog wel geprobeerd van die bijnaam af te komen door te huwen met ene Op den Kelder, broer van Corry, Ria en Elly maar die stoutmoedige poging bleef onbeantwoord. Ze bleef gewoon de Zwarte heten en daarmee basta.

Lia en Lia

Ook al komen de twee Lia’s uit een totaal verschillend nest, toch vormen zij een hecht duo. Zij kunnen het prima met elkaar vinden, buiten maar vooral binnen de lijnen. Lia, de Witte, wil over die verwantschap op het sportieve vlak best een doekje opendoen. “Lia en Lia kennen elkaar van kindsbeen af. We hebben door de jaren heen altijd in hetzelfde team gespeeld. Ik ken al haar eigenaardigheden op handbalgebied en zij de mijne. We hebben wart dat betreft geen geheimen voor elkaar.”

Samenwerking

Lia en Lia: een hoogst opmerkelijk duo. Dat bijzondere begint bij de blonde. Zij heeft de eigenaardige gewoonte aangenomen om vijandelijke projectielen beet te pakken in plaats van weg te stompen of anderszins op afstand te houden. Zodra ze de bal te pakken heeft of denkt dat te gaan doen, ligt Zwartje enkele tientallen meters verderop al volop in de sprint, zeker als zij ervan is dat de bal in haar richting geworpen wordt.

Zwarte Lia: “Ik voel intuïtief aan dat de Witte de bal vangt en naar mij toegooit. Ik ben op dat moment inderdaad al bezig een sprintje te trekken naar het doel van de tegenpartij. Dat spelletje spelen we al ruim tien jaar en meestal levert het in de wedstrijd enkele doelpunten op.”

Break-out

De wedstrijdgegevens van Jan Koopen bevestigen dat. Tegen Sittardia werden vijf breaks met succes bekroond, tegen Hellas waren het er twee en die aardige duetjes brachten DVO en Swift eenmaal in verlegenheid. Witte Lia taxeert het totaal aantal geslaagde breaks tot dusverre op een dikke vijfentwintig. En dat is niet gering in een milieu waarin veelal voldoende klasse schuil gaat om dat soort geintjes met succes het hoofd te bieden.

De tactiek van de break-out is min of meer een uitvloeisel van het gegeven dat Entius/SEW bij voorkeur vanuit een gesloten verdediging opereert. De ploeg beschikt over een aantal ijzersterke defensiespecialisten die het klappen van de zweep in de eredivisie behoorlijk kent. Volmaakt is de verdediging echter nog niet, betoogt keepster Lia. “We spelen defensief nogal hard, althans volgens de scheidsrechters. Er wordt inderdaad hard ingegrepen a;s dat nodig is, maar echt gemeen is het bijna nooit.”

Strafworpen

“Toch krijgen we ontzettend veel strafworpen te incasseren. Ik geloof dat we in ons spel veel te eerlijk zijn. We spelen het niet handig genoeg. Neem nou een ploeg als Hellas. Die meiden zijn ook geen lieverdjes maar worden veel minder vaak bestraft. Waarom? Omdat ze prima kunnen toneelspelen! Zodra ze in de fout zijn gegaan trekken ze hun onschuldigst gezicht en maken een gebaar waaruit valt af te leiden dat ze van de prins geen kwaad weten. Nogal wat scheidsrechters trappen daar in of strijken met de hand over het hart. “

SEW een ploeg van ruigpoten? Blonde Lia wil daar niet van horen. “Natuurlijk, we zijn geen doetjes, maar we spelen het spel echt niet harder dan de andere ploegen in de eredivisie. Een beetje hardheid kan trouwens weinig kwaad, hoewel het niet zo prettig is voor een keepster. Al die strafworpen en vrije ballen werken me behoorlijk op mijn zenuwen. In de eerste divisie had ik daar helemaal geen last van. Ik ging op de zaterdagavond vrolijk naar het café en laat naar bed. Die genoegens moet ik me nu ontzeggen. Veel geholpen heeft het trouwens niet. Ik ben en blijf zenuwachtig, zowel voor als na de wedstrijd.”

Jeugd

Met haar negenentwintig jaar nog last van zenuwen! En toch piekert ze er niet over haar plaats tussen de palen over te doen aan een ander. Dat wil ze niet en dat kan ze niet, omdat er geen geschikte opvolgster voorhanden is. Lia, de Witte, gaat dus nog lang niet verloren voor SEW. Of dat ook geldt voor de andere dames die al op leeftijd zijn, daarvan is zij niet voor de volle honderd procent overtuigd. “Momenteel zijn er vijf speelsters getrouwd. Het kan natuurlijk altijd gebeuren dat er een paar uitstappen. Maar dat moeten ze niet op een en dezelfde dag doen, want dan komen we behoorlijk in de problemen. Zoveel aanvulling vanuit de jeugd hebben we nou ook weer niet te verwachten.”

Aanvulling

Aanvulling vanuit de regio behoort ook al niet tot de mogelijkheden. De streek rond Nibbixwoud heeft weinig talent in de aanbieding. Het hoogste niveau in de kop van Noord-Holland is de derde divisie. Het naburige Hoorn, een stad van veertigduizend inwoners, moet zich zelfs behelpen met de overgangsklasse. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de basisgroep van SEW slechts één buitenpoorter telt: Margo Poland. De overige ‘vreemdelingen’ komen niet aan de bak of haken steevast af.

Het dorp kan al dat eigen talentrijke schoons best waarderen. Over gebrek aan belangstelling hebben de dames niet te klagen. Thuiswedstrijden worden gemiddeld door acht- tot negenhonderd dorpelingen en ‘randfiguren’ bezocht en als er buitengaats moet worden gespeeld kan de ploeg rekenen op de hartelijk.e steun van om en nabij de tweehonderd supporters.

Dat meeleven blijft niet tot de wedstrijddag zelf beperkt. Blonde Lia: “’s Maandags na de wedstrijd kom ik aan mijn werk bij de PTT nauwelijks toe. De godganse dag word ik opgebeld door mensen die me feliciteren met de overwinning of me beklagen als het minder goed gegaan is. Het dorp leeft ontzettend met ons mee. Ik mag dat wel, want die steun doet ons goed. Zonder die supporters zouden we het, denk ik, lang niet zover geschopt hebben.”

Twee trekkers

Die steun moeten andere sportclubs in het dorp jammerlijk ontberen. Handbal en voetbal, daar draait alles om in Nibbixwoud. Andere sporten komen nauwelijks aan de bak omdat er hoegenaamd geen belangstelling voor is. Lia Huisman: “De plaatselijke gymclub moet zich behelpen met een handjevol leden en de volleybalvereniging heeft uit pure nood contact gezocht met een club in het naburige Benningbroek. Ik vind het jammer voor die mensen, dat Nibbixwoud alleen maar oog heeft voor handbal en voetbal, maar het is nu eenmaal niet anders.”

Een reden temeer voor een socioloog om dat eigenaardige dorp eens te verkennen.

cover SEW in 2019

foto archief HSP / Jaap van der Pijll

Deel dit bericht