Nieuws

Keepers nationale jeugdselecties hebben een doel voor ogen

‘Gedrevenheid en motivatie, basis voor jonge keeperstalenten’

Door Frits Feuler– Ze moeten er heel wat voor over hebben. Jonge handbalkeepers, investeren in tijd, in veel training. Maar ook die specifieke training. Niet bang zijn als iemand probeert een bal met een snelheid van tegen de 100 km per uur langs je te gooien. Daarnaast mag ook de studie niet in gevaar komen, want handbalkeeper ben je niet tot aan je pensioen!

Op Papendal is het dagelijks een komen en gaan van handbaltalenten, jongens en meisjes. Iedereen heeft zijn eigen belangen en motivaties. Ook de drie van de vier keepers bij de U19 die ruim een uur lang door Jean Last klaargestoomd worden voor het grote werk: keepen bij hun club en nationale selectie op een zo hoog mogelijk en aanvaardbaar niveau.

Motivatie

En de Limburger Jean Last laat geen seconde van de tijd verloren gaan. Series ballen werpt hij richting doel, waar de keeper-van-dienst met bepaalde technieken het speeltuig moet stoppen. “Talent heb je of heb je niet,” weet Last als geen ander. “Daarnaast is een stukje motivatie en gedrevenheid onmisbaar!”

Deze kenmerken zie je duidelijk in ontwikkeling. Rob Goudriaan (Hellas), Michel de Folter (Tachos) en Jelle Hamerslag (DWS). Drie verschillende types qua uitstraling. Maar aan motivatie geen gebrek.

Het trio stipt een belangrijk probleem aan: niet alle clubs houden rekening met een specifieke trainer voor hun keepers. “Er is bij DWS geen geld voor een dergelijke trainer,” vertelt Hamerslag eerlijk. Je ziet aan zijn gezicht dat hij daardoor wel iets in het nadeel is van keepers die binnen hun club wel die extra opvang en aandacht krijgen. “Ik moet het dus veel hebben van de extra trainingen van Jean Last op Papendal,” geeft hij ruiterlijk toe.

Anderhalf uur heen, anderhalf uur terug, twee keer per week met de trein vanuit Schiedam voor trainingen met Onder 19 en Academie. Studieboeken binnen handbereik voor de VWO-student. Het afgelopen WK werd de Deense keeper Niklas Landin wel een extra voorbeeld. “Ik volg veel buitenlandse keepers via allerlei filmpjes. Altijd valt er iets te leren. Twee jaar training van Jean Last hebben mij stukken verder gebracht.”

Eenzelfde geluid bij Michiel De Folter. Bij zijn ploeg Tachos kreeg hij niet veel speeltijd. “Was een beetje ontevreden. Bij het begin van de tweede competitieronde heb ik twee keer de volle zestig minuten gekeept. Heel belangrijk, want zonder wedstrijdervaring kun je niet echt vooruit in je ontwikkeling,” weet hij. Het gesprek met de coach deed blijkbaar wonderen! “Gelukkig krijg ik van Erwin Jansen mijn portie keepersaandacht op training. Zelf ervaren, dus die weet wat er te koop is!”

Bart Uijtdebroek

Acht jaar turnen op jonge leeftijd maakten van De Folter een wat leniger type, zoals hij aangeeft. “Dat is goed bruikbaar als je snel in het doel moet zijn!” Dit jaar zijn studie 6 VWO afronden, dan vervolgen met een opleiding psychologie in Tilburg.

Ontwikkeling

Alle drie zijn ze het roerend eens dat er op deze leeftijd en met deze ontwikkelingen op de Academie een belangrijke basis voor hun toekomst wordt gelegd. Het drietal droomt van BENE-League. En als dat niet genoeg inspiratie levert, dan wordt naar het buitenland gelonkt. “Aantrekkelijk? Toch?” geeft Rob Goudriaan aan. Hij is grotendeels actief bij de A-jeugd van de Haagse club en krijgt zijn specifieke training aangereikt door Bart Uijtdebroek en Arold Holman. “Langzaam groei ik door naar de grote selectie van team 1 en 2,” vertelt hij. Hij oogt flegmatiek, staat ook bij de sessies met Jean Last op die manier zijn werk te doen. Een rappe prater, dat ook. “Ik was bij de jeugd niet geschikt om in het veld te spelen. Veel te fanatiek. Kan niet goed tegen mijn verlies. Ik ben misschien niet de best keeper maar ik werk wel keihard! Een training is voor mij pas compleet, als ik helemaal kapot ben!” Iets dat Last na afloop volmondig bevestigt.

Erwin Janssen

Sterke punten maar ook verbeterpunten. Het drietal heeft, los van elkaar, een goede kijk op het eigen niveau. Hamerslag: “Mijn lengte is een voordeel, maar ik heb nog veel moeite met schoten vanaf de hoeken. Soms wat minder zelfverzekerd. Stuur de dekking nog te weinig ondanks dat ik aanwijzingen geef. Boos worden kan ik wel! Onlangs, op het toernooi in Zwitserland, heb ik veel geleerd. Mooie ervaring!”

De Folter knikt instemmend. Ook hij heeft zijn analyse klaar. “Fijn dat het allemaal snel gaat. Op de training lekker kort en explosief werken. Ben snel in de goal, vind ik. Op lage ballen keep ik sterk, kan spelers daarbij verrassen met opgetrokken been. Maar soms maak ik me te klein in het doel. Lekker afsluiten op een training met een partijspel heb ik echt nodig!”

Goudriaan, van zondagavond tot vrijdagochtend intern op Papendal, looft bij zijn eigen analyse eerst zijn drie keeperstrainers. Twee forse bandages om zijn ellenbogen. “Overstrekking! Twee maanden rust zou logisch zijn maar dat lukt niet.”

Lof voor zijn drie keeperstrainers. “De ene (Bart) traint vooral fysiek, de (Arold) ander zorgt weer voor wat rustiger oefenstof. Op Papendal wordt door Jean flink aan techniek en houding geschaafd. Van nature ben ik vrij onrustig, ongeduldig ook. Maak te veel pasjes. Correcties zijn welkom!” Dromen doet hij ook. Van het buitenland. “Ik wil de beste van Nederland worden! Maar of dat daadwerkelijk bewaarheid wordt?”

Voor zijn ex-maatje René de Knegt (voorheen Hellas, nu Hurry Up) heeft hij nog een uitsmijter: “Ik wil sowieso beter worden dan René de Knegt!”

Deel dit bericht