Nieuws

Kevin Kreuger: “Aristos is een echte avant-garde vereniging”

‘Lege tribunes in de tweede klasse’, tot 2009 leek het er sterk op dat handbalvereniging Aristos Amsterdam er tot in de eeuwigheid toe veroordeeld zou zijn. Inmiddels is er vijf jaar verstreken en is er in de Aristoshal gek genoeg niets meer dat nog herinnert aan die treurige periode. De Amsterdamse club promoveerde seizoen na seizoen met als voorlopig hoogtepunt de promotie naar de Eredivisie afgelopen april. Wij gingen deze zomer langs bij Aristos en spraken met voorzitter Kevin Kreuger. Hoe verklaart hij het succes van Aristos, welke stappen heeft de club de laatste jaren gemaakt en wat zijn de verwachtingen voor het aankomende seizoen?

Al 27 jaar is er geen enkele Amsterdamse herenvereniging actief in de Eredivisie. Hoe is het voor Aristos om die stilte te doorbreken?

“Dat er na 27 jaar weer een Amsterdamse club in de Eredivisie zit is natuurlijk geweldig. Het gaf onze promotie zeker iets speciaals, maar persoonlijk zie ik het doorbreken van 27 jaar stilte vooral als een bijzaak. Wat bij ons vooral zal bijblijven is de manier waarop we promoveerde. We hadden aan een gelijkspel tegen Houten genoeg om te promoveren en dat er dan na een woordenwisseling geen 29-30 maar 29-29 op het scorebord staat kan eigenlijk alleen in sprookjes. De Aristoshal ontplofte. Iedereen was zich bewust van het feit dat dit niet zomaar een promotie was”

Aristos op sterven na dood?

“Ja zeker, dat kunnen een hoop mensen zich misschien niet voorstellen, maar in 2009 hadden we nog maar vier herenseniorenleden. Het eerste team speelde in de tweede klasse en maakte hun team elke week compleet met A-jeugdspelers. Zonder die generatie, waar onder meer Tom van der Maas deel van uitmaakte, had Aristos die periode niet kunnen overbruggen. Zij promoveerde dat seizoen onder Nol van Dam naar de eerste klasse. Vanaf dat moment begonnen de eerste jongens die op avontuur waren geweest bij Volendam en Aalsmeer terug te komen”. Vanaf dat moment ging het allemaal heel snel. De Amsterdamse ploeg promoveerde nog twee keer en binnen drie jaar speelde men in de tweede divisie. De integratie met het eerste herenteam van DSS heeft dat proces vervolgens nog meer versnelt. De chemie tussen de twee groepen was perfect en dat heeft uiteindelijk geleid tot de promotie naar de eredivisie.

Wat was vervolgens de basis van het succes?

“De basis van het succes ligt denk ik in het concept dat wij als Aristos hebben neergezet. Wij doen topsport maar dan anders. We spelen op een hoog niveau, maar dat bereiken we niet door zes of acht keer per week te trainen. Aristos is het alternatief voor spelers die hoog willen spelen, maar daar niet zoals dat eigenlijk bij topsport hoort, alles voor willen laten. Bijvoorbeeld omdat ze zes keer trainen teveel van het goede vinden of omdat ze zich willen focussen op hun maatschappelijke carrière. Verder zijn we ook in korte tijd een hele hechte groep geworden. Het sociale aspect is voor veel jongens ontzettend belangrijk. Ook buiten het veld. Gewoon lekker samen een biertje drinken en feestjes afstruinen. We zijn allemaal goede vrienden van elkaar”.    

Er zijn mensen die zich kunnen ergeren aan het succes van Aristos, mede door het concept zoals jij dat net hebt beschreven. Snap je dat?

“Ja dat snap ik wel, het lijkt mij ook erg vervelend om niet te kunnen winnen van jongens die eigenlijk vooral voor de lol een balletje gooien. Daarnaast hebben wij met de Aristos Ultras een trouwe aanhang die altijd op geheel eigen wijze voor leven in de brouwerij zorgt. Ook dat wordt niet altijd gewaardeerd. Dat een deel van handbalwereld zichzelf niet herkent in ons concept of hoe wij ons presenteren is dan ook logisch. We zijn een echte avant-garde vereniging. Wij doen het bewust anders dan de rest. Dat maakt ons wie wij zijn en die identiteit ligt aan de basis van ons succes. We zullen ook wel moeten trouwens. Wij hebben niet het budget beschikbaar om via de normale weg de top te bereiken. We moeten dus ook wel improviseren en creatief zijn”.

Met Serge Ter Horst en Harald Mulder als trainers zijn jullie een nieuwe weg ingeslagen. Wat kunnen wij aankomend seizoen verwachten?

“We zijn inderdaad een nieuwe weg ingeslagen, want met het simpele kick and rush handbal dat wij de afgelopen jaren hebben gespeeld gaan we in de Eredivisie geheid nat. Serge en Harald gaan samen over de invulling van de visie, dus als je precies wilt weten hoe het eruit gaat zien moet je bij hen zijn. Wat ik wel kan zeggen is dat er een overgang komt van log en statisch naar snel en dynamisch. Of in ieder geval, sneller en dynamischer dan het voorgaande seizoenen was. We blijven natuurlijk wel Aristos”.     

Wat verwacht je zelf van het aankomende seizoen?

“Moeilijk te zeggen. Dat het een zwaar seizoen gaat worden staat wel vast. De focus zal liggen op handhaven en ik verwacht ook dat dat ons lukt. We zijn de underdog en die rol ligt ons prima. We zijn tegen geen enkele ploeg favoriet, maar kunnen wel van een hoop ploegen winnen”.

Als hoeveelste eindigen jullie?

“Daar ga ik geen uitspraken over doen. De focus ligt op handhaven en voor de rest zullen we onze kansen moeten afwachten. Hurry Up is naar mijn idee de enige ploeg die er met kop en schouders bovenuit zal steken. Hoe de verhoudingen liggen tussen de negen ploegen daaronder weet eigenlijk niemand. Een plek op de ranglijst noemen zou in dit stadium dus simpelweg nattevingerwerk zijn en dus onverstandig. Waar ik overigens niet aan twijfel is dat we het een hoop ploegen lastig kunnen maken. Vooral thuis in de Aristoshal kan het namelijk flink spoken af en toe. We zouden dus zomaar eens kunnen verrassen”.  

Deel dit bericht