Nieuws

Martin Vlijm keert via omwegen terug naar zijn oude liefde

Door Frits Feuler – Een tikkeltje verrast was hij wel toen hij enkele maanden geleden door het bestuur van Vlug en Lenig benaderd werd om de nieuwe trainer van de mannenploeg te worden. “Daar zat een heel verhaal achter. Maar ik hoefde niet lang te denken: ik heb altijd een zwak gehad voor Vlug en Lenig, de club waar ik als speler mooie en sportieve momenten heb beleefd.” Trainer Martin Vlijm is terug op Limburgse bodem, met een flinke nieuwe uitdaging. Met koffie en Limburgse vlaai komt het gesprek snel op gang.

De Amsterdammer (62) handbalde als jonkie bij het in de jaren zeventig en tachtig legendarische AHC ’31, ‘de club van hoger opgeleiden’ zoals die in handballand werd genoemd. En de laatste officiële Nederlandse kampioen in het veldhandbal. Illustere namen als Bob Sondaar, Kees Swart, Kees Keijzer, Tom en Bart Rijkenberg, Ed Hiensch en Gerrit van der Meulen. Begin jaren zeventig stapten ze bijna een voor een uit het tophandbal daar waar Martin Vlijm in 1980 zijn debuut maakte in de Amsterdamse hoofdmacht. Vijf jaar later vertrok hij naar het zuiden. Vlug en Lenig werd zijn nieuwe club, toen nog niet wetende dat dat ooit zijn ‘tweede liefde’ zou worden. Een jaar (1985-1986) duurde het ‘uitstapje’ naar de buren in Sittard maar om een bepaalde dwingende reden keerde hij terug naar de ‘Wereldstad’. Vijf jaar was hij onderdeel van een succesvolle formatie onder leiding van coach Pim Rietbroek, met kleppers als Wil Jacobs en Jan-Willem Hamers. Zijn actieve loopbaan sloot hij af bij het Belgische Arena Hechtel.

Begin deze eeuw leek Vlijm van de radar verdwenen, maar de voormalig lijnspeler – toen 37 - was bij zijn club Vlug en Lenig in alle rust begonnen met het trainen van jeugdploegen. Talenten opleiden, wegwijs maken in de route naar de top, daar had de ex-international meteen een goed oog voor. In 2007 werd hij hoofdcoach van de Geleense mannenploeg, een jaar later kreeg hij de talentenploeg van de nieuwe fusieclub LIONS – opleidingsploeg Wild Dogs – onder zijn hoede. “Mijn manier van werken werd natuurlijk ook door andere clubs gevolgd, dus belandde ik een jaar later ineens bij BENE-League-ploeg Volendam waar ik vier jaar met veel plezier heb mogen werken.” Tussendoor was hij ook twee jaar de rechterhand van coach Joop Fiege bij de nationale mannenploeg, met in het najaar van 2016 het EK-kwalificatieduel in Kopenhagen tussen Olympisch kampioen Denemarken en Oranje als een hoogstepunt.

                              Martin Vlijm: 'Herenhandbal moet weer leven in een stad als Geleen'

2007 werd ook het begin ook van een serie verhuizingen in Nederland én later België. Twaalf jaar was hij onderweg, nooit echt thuis. Een type Henk Wijngaard dus. “Bevo haalde mij in 2013 binnen, ik bleef drie jaar in Noord-Limburg met een landstitel in 2016 als beste resultaat,” kijkt hij tevreden terug. Vervolgens kon de verhuiswagen – zijn echtgenote Ursula Vlijm-Dekeling bleef  in Amstelveen wonen – opnieuw voorrijden voor een ritje naar Hurry Up in Zwartemeer. “De club waar ik de meeste successen behaalde, echter nooit een hoofdprijs pakte. Driemaal reikten we tot de halve finale in de strijd om de landstitel, het bekertoernooi en zelfs de EHF Cup. Daar strandde telkens het schip!” Nog even gaan de gedachten naar een Europees duel in Turkije. “Drie kwartier voor de wedstrijd enorm gezang, massaal! Kippenvel nu nog! Om nooit te vergeten!”

Krachtsinspanning

Vooral dat laatste jaar, toch wel een droomseizoen qua prestaties, moest Vlijm met zijn uitgedunde groep een enorme een krachtsinspanning leveren: tien spelers, trainen met opblaaspoppen, een Duitse ploeg uit de grensregio vragen om te komen sparren op de training. “Alles hebben we uit de kast gehaald. Uiteindelijk bereikten we prima resultaten. Binnen 2, 3 weken in de slotfase van de competitie was de ploeg gebroken, totaal op. Boeken dicht, sluiten!”

                                             

Opnieuw mocht de verhuiswagen voorrijden, nu richting België waar Sporting NeLo Vlijm ‘gevangen’ had. Maar dat huwelijk liep, achteraf gezien, op een teleurstelling uit. Het beleid binnen de Belgische handbalclubs zit wat anders in elkaar dan Vlijm gewend was. Na anderhalf jaar knapte de boel, Vlijm had er ook geen zin meer in. In de zomer van 2020 – hij woont inmiddels met zijn vrouw nu bijna twee jaar in Geleen, is er zichtbaar wat meer rust - duikt hij in Oost-België op. Bij eersteklasser Eupen waar hij als assistent samen met NeLo-keeper David Polfliet de ploeg nieuw lezen in wil blazen. Trainen blijft toch zijn passie zeker als er in de groep jongeren naar hem willen luisteren en van zijn ervaringen willen profiteren. Corona gooit ook hier roet in het eten, ruim een jaar weinig tot geen activiteit. “Vlak voor de zomer hadden we uitzicht op het nieuwe seizoen, alle voorbereidingen getroffen. Verheugd dat we weer konden beginnen.”

Oude liefde

Plots trok Vlug en Lenig aan de bel: de opleidingsploeg van LIONS 2 en de A-junioren werden overgeheveld naar de Geleense club. “Of ik die groep, spelend onder de naam Vlug en Lenig/Sittardia Combinatie in de eredivisie, wilde trainen. Die liefde voor mijn oude club was nog altijd groot, ik kon geen ‘neen’ zeggen. Elke andere club had ik afgezegd. Zoals gezegd: oude liefde roest niet.” Dus combineert Vlijm nu twee trainersjobs waarbij hij normaliter door heel België en Nederland moet reizen. “Ik ga niet alle verre uitwedstrijden mee door België, bij Vlug en Lenig moet ik ook een paar duels laten schieten. Ik kan niet op hetzelfde tijdstip op twee verschillende plaatsen zijn, de Belgische ploeg heeft de voorhand. Dat is zo afgesproken en voor V&L geen probleem. Ik heb mensen om me heen zoals Ewout Bogaard en Maik Onink die uithelpen.” Tegen één weekeinde ziet hij best wel tegenop: “Op zaterdag 18 december met V&L naar Emmen, een dag later met Eupen naar concurrent Kortrijk! Je praat dan over 1200 kilometer in de bus!”

Moeilijke start

Het hernieuwde optreden bij zijn ‘kluppie’ viel onder een slecht gesternte: “Ik begon eind april, begin mei met 0 spelers, echt waar. Tweemaal per week trainen, iedereen was welkom. We hadden niks. Veel van die spelers van LIONS stopten of sloten aan bij andere clubs denk ik. Ik ben een beetje teleurgesteld in dat verhaal van LIONS maar daar doe je nu niks meer aan. Beetje voor beetje kwam er beweging, inmiddels staat de teller op 10 spelers en twee keepers. Plezier hebben, maar wel hard trainen. Je speelt tenslotte eredivisie!” klinkt de taal van een echte toptrainer. Hij heeft zichtbaar plezier in die tweede job, praat er met passie over. “Ik ben een nuchter mens, no nonsense. Duidelijkheid scheppen. Ons doel is om niet te degraderen. Tegelijkertijd willen we het herenhandbal in een stad als Geleen weer stap voor stap op de kaart zetten. Natuurlijk weet ik ook dat er een dramatische terugloop is in het jeugdhandbal: voor spelers tussen 14 en 22 jaar zijn er in deze regio te weinig mogelijkheden. Is hier ooit iets verkeerd gegaan?" vraagt hij zich hardop af. "Die neerwaartse spiraal moeten we zien te stoppen en waar mogelijk weer opkrikken. Misschien is BFC destijds bij die fusiebesprekingen met Sittardia en Vlug en Lenig wel de slimste van de drie geweest om niet in te stappen!” Een hint met terugwerkende kracht.

                                                             

                                               Martin Vlijm als coach van Sporting NeLo, foto archief HSP / foto Reza

Uitdaging

Zo’n eerste seizoen wordt er een met veel haken en ogen, weet Vlijm. Die uitdaging gaat hij graag aan. Met 15- en 16-jarigen op het veld. "Leergierige gasten, niks mis mee." Op maandag en dinsdag is hij in Geleen, de woensdag en donderdag zijn de assistenten met de ploeg in de weer als hij richting Eupen trekt. De vrijdag is dan weer voor ‘zijn’ V&L. Vanaf medio september tot ergens ver in het voorjaar zijn alle weekenden volledig bezet met wedstrijden. "Ik hoef me geen moment te vervelen!" grapt hij luidkeels. "Ook de derby's tegen BFC en de reserves van Bevo zijn er om naar uit te kijken."

“Kijk naar de damestak van V&L, met veel faciliteiten, sponsors. Die doen het goed. Stap voor stap moet dit ook bij de herenploeg opgebouwd worden. En als er nu nog spelers zijn die wel iets zien in een uitdaging om in de eredivisie te spelen zeg ik: ‘Kom gerust!’ Heb je ooit al in de eredivisie gespeeld en ben je gestopt? Begin bij ons opnieuw. Ik wil zoveel mogelijk spelers bij de ploeg én de club betrekken.” Het lijkt wel een smeekbede van een wanhopige trainer. Vlijm heeft voor hetere vuren gestaan. Kent het klappen van de zweep. In moeilijke situaties is hij op zijn best. "We gaan niet voor een plaats in de BENE-League," merkt hij tussendoor nog op. "De boel heel houden en na dit seizoen ook in de eredivisie spelen is een wereldprestatie!"

In de oefenduels tot nu toe kon zijn nieuwe maar onbekende ploeg ruim één helft voorop blijven, in de slotfase klapte de ploeg in elkaar. “Dat was inderdaad het vreemde aan dat soort wedstrijden. En dat met het vooruitzicht van 30 competitiewedstrijden! Geen gemakkelijke opgave!” Afgelopen week was de ploeg, op uitnodiging van voormalig LIONS-speler Damiano Caddeo, vijf dagen actief bij een toernooi op Sardinië. Vlijm zelf moest verstek laten gaan. “Spotgoedkoop tripje voor deze relatief jonge ploeg. Wat ik bij terugkomst gehoord heb, was dat een prima teambuildingsactiviteit. Ook het handballen, na zo lange periode van geen echte wedstrijden, was weer een mooie ervaring voor die gasten!”

Voor Vlijm en zijn ploegen breken drukke tijden aan.

18 september opent V&L het lange seizoen met een uitduel bij een van de favorieten, Hellas Den Haag.

cover Martin Vlijm als coach van Hurry Up

foto archief HSP

Deel dit bericht