Nieuws

Spanje en Zweden hebben vrijdagavond gespeeld met alle handbalwetten door zowel de wereldkampioen als de Olympisch kampioen in de halve finale van het Europees kampioenschap in het Kroatische Zagreb te verslaan.

Spanje kwam als vice-Europees kampioen naar Kroatië maar eindige vorig jaar bij het WK in Frankrijk na uitschakeling in de kwartfinale op de vijfde plaats. In de halve finale gingen ze tegen het ongeslagen Frankrijk zeker niet als favoriet van start maar coach Jordi Ribera wist met de juiste tactiek Frankrijk tot wanhoop te drijven.

Frankrijk mocht nog de 1-0 en 2-1 scoren maar daarna was het Spanje dat de klok sloeg. Frankrijk kwam nog een keer langszij, bij 8-8 na 18 minuten, maar vervolgens liep Spanje uit naar de 9-15 ruststand. De wereldkampioen kwam er helemaal niet meer aan te pas. Ook niet in het eerste kwart van de tweede helft waarin Spanje uitliep naar een negenpunten voorsprong: 14-23. Even leek Frankrijk het lek boven te hebben. Met een 8-0 run kwamen Les Bleu terug tot 20-23 en leek het weer een wedstrijd te gaan worden.

Spanje herstelde moeizaam maar ook Frankrijk miste in de laatste fase cruciale kansen om dichterbij te komen. Uiteindelijk kwam men om en om scorend tot de 23-27 overwinning voor Spanje dat zich daarmee voor de vijfde keer plaatst voor de finale van het EK. De eerste vier keer wist men nooit winnend af te sluiten.

Zweden

Zweden is nog altijd de recordhouder met vier Europese titels maar heeft de afgelopen zestien jaar één keer in 2011 een halve finale gehaald: bij het WK in eigen land én een verrassende zilveren medaille gewonnen bij de Olympische spelen van 2012. Verder blonk Zweden niet uit op de grote internationale toernooien. Ook in Kroatie werd er drie keer verloren van de zes wedstrijden die men tot de halve finale speelde. Maar het geluk was met de Zweden bij dit EK.

Men ging dan ook niet als de favoriet van start tegen de Denen. Toch was het Zweden dat vanaf het begin de leiding in de wedstrijd nam. Tot 4-4 ging Denemarken nog mee maar daarna liep Zweden uit naar een voorsprong van drie doelpunten: 5-8. Deze werd gaandeweg de eerste helft uitgebouwd naar een verschil van vijf: 10-15. In de laatste tien minuten van de eerste helft kende Zweden een moeilijke periode waarin men nog maar een keer tot scoren wist te komen. Desondanks  hield men die kleine voorsprong vast : 14-16.

Na de rust liep Zweden weer meteen uit naar 15-20 (38’). Denemarken kwam snel terug 18-20 maar vervolgens hield Zweden stand, ook al werd het 21-22, met nog twaalf minuten te spelen. Pas vijf minuten voor tijd kwam de Olympisch kampioen, bij 25-25 na een zeven meter van Hansen, weer langszij. Maar als Zweden, met nog drie minuten te spelen, 25-28 scoort via Godfritdsson lijkt het doek gevallen voor de Denen. Toch zien die nog kans om in de allerlaatste seconden van de wedstrijd  via Svan de gelijkmaker te scoren waardoor men alsnog een verlenging weet af te dwingen.

Opnieuw neemt Zweden het voortouw en is Denemarken gedoemd tot achtervolgen. Tot 31-31 blijft het dan ook gelijk opgaan. Als Zweden, met nog drie minuten te spelen, weer een marge van twee punten heeft, is het pleit beslecht. Dat verschil krijgt Denemarken niet meer weggewerkt en daarmee verliest de Olympisch kampioen met 34-35 van Zweden dat sinds de laatste EK titel, in 2002, na zestien jaar weer een finale van het EK weet te bereiken.

Voor Zweden wordt het, net als voor Spanje, de vijfde EK finale. Enige verschil: alleen Zweden wist de eerste vier wel te winnen.