Stage heren HandbalAcademie in Montpellier
Van de Redactie - Op zondag 4 april vertrekken de heren van de HandbalAcademie - een mixed team van leeftijdsgroepen - voor een internationale trainingsstage naar Montpellier in Frankrijk. Tot en met 8 april krijgen de spelers de kans om te trainen en te spelen onder internationale omstandigheden. Tijdens die trainingsstage zullen de spelers van de HandbalAcademie het tweemaal, op 6 en 7 april, opnemen tegen de Academie van Montpellier.
“We willen de jongens laten ervaren hoe het is om in het buitenland te trainen en te spelen, zodat ze hierop voorbereid zijn wanneer ze in de toekomst een overstap naar het buitenland zullen maken’’, aldus hoofd HandbalAcademie Edwin Kippers. Spelen in een land waar strikte maatregelen gelden: is dat vragen om problemen?
Actueel spelen - alle niveaus meegerekend - 90 meisjes en 45 jongens in het buitenland. Vacatures als trainer bij de Oranje U17 jongens en meisjes liggen open, de - zware - solliciatieprocdures lopen.
Naar het buitenland toe verkoopt het NHV via clinics - zelfs op het WK 2019 in Japan - onze opleiding als 'interessant' en 'sterk' om vervolgens talenten na pakweg twee, drie jaar richting datzelfde buitenland te loodsen. De prestaties van de nationale damesploeg gelden als leidraad. Die overstap naar een andere handbalcultuur lijkt meer waarde te krijgen dan het spelen in de eigen uitgeholde competitie in bijvoorbeeld de BENE-League waar de organisatie vanuit het NHV tot afgelopen jaar niet uitblonk in professionaliteit. Met de komst van een directeur en manager moet daar op veel fronten heel wat verloren gebied worden goed gemaakt. Voor deze jeugdselecties worden zelfs spelers uit de Belgische competitie, actief op het tweede niveau, 'in de etalage gezet'. "Spelers zijn toe aan een volgende stap naar het buitenland," heet het dan. De echte basis ontbreekt, de weerstand is fragiel, de tijd is niet altijd rijp. Spelersmakelaars als René Cloo, Maura Visser en en recent ook nieuweling Fabian van Olphen komen graag én snel in beeld rond de HandbalAcademie. Aan de zijlijn spelen ze daar commercieel heel handig op in met voor hen die lucratieve transfers naar andere oorden.
Zonder Nederland....
Cloppenburg
Zo is er momenteel een samenwerkingsverband in de maak tussen de beleidsbepalers op Papendal en het Duitse Cloppenburg. Een ploeg in de derde liga, sinds kort getraind door oud-Oranje-coach Leszek Krowicki. Die club gaat nu de 'ontbrekende schakel' vormen om Nederlandse talenten onder te brengen en te begeleiden. Met de HandbalAcademie en de Duitse club worden stappenplan en beleid ontwikkeld waarna de uitverkoren spelers die posities moeten gaan invullen. De meerwaarde van dit beleid is niet helemaal duidelijk. Waar is de stem van het Topsport Platform in dezen? Clubs vallen buiten de boot, missen een stuk opleidingsvergoeding. Ook hierover zijn plannen in de maak maar nergens wordt duidelijk hoe die vork in de steel zit. Indien de Academie er alleen maar is om talenten buiten de club (basis) versneld door te schuiven naar het buitenland, wordt het serieus tijd om te gaan nadenken. In eigen land worden clubs feitelijk voor schut gezet, via de HA speelt men vervolgens het mooie weer in het buitenland. Zijn onze clubtrainers dan niet meer capabel om het verdere traject ook mee uit te stippelen? Is het gras groener bij de buren?
Leeg
Jonge talenten hebben vervolgens bij een definitieve overstap geen meerwaarde meer voor de Nederlandse competitie, de tent loopt leeg. Clubs voelen vanuit de bond steeds minder ondersteuning. Alles ligt eraan gelegen voor speler (minimale vergoedingen) en makelaar (transfergelden) om zo vroeg mogelijk onderdak over de grens te vinden. Daarnaast: voor de opleiders aan de HA - hun individuele cv ziet er een beetje blasé uit - staat dit soort transfers naar het buitenland er extra mooi op terwijl de speler in kwestie in eigen land nauwelijks bekendheid heeft genoten of door aanspreekbare prestaties is opgevallen. Voorbeelden voldoende. Komt nog bij dat dit seizoen al helemaal geen maat staat bij clubs en nationale jeugdploegen wat betreft trainingsarbeid en het spelen van topwedstrijden, dus zou er meer inspanning in eigen land vanuit de bond mogen worden verwacht richting de clubs. Gelijktijdig geeft dit beleid ook een signaal af over de kwaliteiten van onze Nederlandse trainers op de hoogste niveaus. Jarenlang worden talenten met verve door hen opgeleid. Het oogsten in de eindfase, als spelers bijvoorbeeld het niveau van de BNL of eredivisie bereikt hebben, komt er door dit te vroege vertrek niet voor trainer en club. Die clubtrainer moet iedere keer weer herstarten.
Uitzonderingen, aan de dameskant met name, zijn er natuurlijk ook, maar dat ging ook niet van vandaag op morgen. De HA speelde pas in een latere fase een rol voor een deel van de huidige selectie. Niet vergeten mag worden dat daar de trein in principe al vanaf 1995 loopt: begonnen ooit als Meiden met een Missie. Het financiële gewin bij buitenlandse transfers, met alle toeters en bellen, verdwijnt in andere zakken. Talentvolle spelers trainen soms al mee bij Duitse en/of Franse clubs, snuffelstages heet zoiets. Zelf ervaren of het niveau erin zit. Of stappen tussenstijds al over: coronamaatregelen verbieden op dit moment in eigen land even alle teamsporten. Sommige youngsters zijn na de stage vol lof, stellen toch de stap nog even uit om een fase later in hun handballeven - met meer kilo's op de ribben en betere technische bagage - een nieuwe en realistische kans te pakken.
Verschraling
Spelers worden vervolgens bij overige clubs in eigen land weg geplukt om verder te kunnen bouwen op de eenmaal ingeslagen weg. De move van Houten om verleden jaar uit de BNL te stappen is een weloverwogen keuze van het bestuur. Je bent voor of je bent tegen. In de opleiding van talenten is dat wel een aderlating in een regio die impulsen op dat niveau had kunnen gebruiken. Spelen op het hoogste niveau vraagt zonder meer inspanningen, van elke club. Nu verschralen de competities, tweede en zelfs derde teams stromen zomaar naar de topklassen. Dan dalen gelijktijdig ook de bestuurlijke ambities om er nog iets van te maken. De regio's zien hun jonge toppers niet meer, ook dat is stilaan bekend. Het grote Oranje lonkt in de verte voor de speler in kwestie, ook voor ouders. Maar is slechts voor enkelen haalbaar, de rest verdwijnt door de achterdeur. In Limburg is dan nog de oversteek naar de financieel aantrekkelijkere Belgische clubs een optie. Niet voor niks luidde LIONS afgelopen week de noodklok: de aanwas voor het opleidingsteam en de A-junioren stagneert, er moeten dus ook in de zuidelijke provincie andere wegen bewandeld worden.
Afgewacht moet worden of een stap naar het buitenland die aan de voorkant zo mooi en succesvol klinkt, ook aan de achterkant mooi en succesvol blijkt. Een paar wedstrijden op eredivisieniveau en nog niet actief geweest in de BENE-League zijn een te zwakke basis om te denken dat het in de omliggende competities plots anders en beter gaat met de eigen ontwikkeling. Uitzonderingen als Luc Steins en Kay Smits zijn er altijd maar dat blijft whishful thinking voor de meeste toppers in spé. Nederlandse clubs moeten al jaren zien te renderen met beperkte middelen, de ene wat meer dan de andere. Slikken van her en der kritiek op het gevoerde beleid. Daarnaast roomt het NHV al jaren via de HA ook nog de beste spelers/speelsters af, beschouwt ze vervolgens als 'hun leden' zeker als die boven het maaiveld uitkomen. Meer faciliteiten, meer sponsoring, meer trainingen, clubs hebben het zeker moeilijk, Kijken met argusogen naar weer een vertrekkende speler die niet meer terugkeert. Aan de dameskant zijn ook voldoende voorbeelden dat een stap naar het buitenland niet altijd via de HA of op te jonge leeftijd - met te weinig bagage - hoeft te gebeuren. Talent verloochent zich niet, geduld is een schone zaak!
Corona
Vreemd is het dat het NHV voor deze nationale jeugdploeg in coronatijd kiest voor een oefenstage in het zuiden van Frankrijk. Risicovol. Een stage in eigen land, met regelmatig oefenwedstrijden op Papendal is een optie. Trek het land in, speel bij de betreffende topclubs in BNL of eredivisie als een soort promotietour. Was de moeite van het onderzoek waard geweest. Pronken in het buitenland verdient de voorkeur. Deze zomer is het Championship – het tweede Europese niveau – enorm belangrijk voor dit Oranje om de sprong terug naar het hoogste level te maken. Voorbereidingen lopen, voor zover nu bekend, op volle toeren. Of daar dit 'reclame-uitstapje' bij hoort?
Op onderstaande lijst staan twee, drie spelers die momenteel beschikken over 'beperkte ervaring' op BNL-niveau.
Selectie:
Naam |
Club |
1. Jens Dijkstra |
KV Sasja (BEL) |
2. Luka Furth |
WHC (Den Haag) |
3. Jelte Hiemstra |
RED-RAG/Tachos |
4. Emiel Hoogland |
JD Techniek/Hurry up |
5. Thomas Houtepen |
Green Park/Aalsmeer |
6. Odirin Jerry |
RED-RAG/Tachos |
7. Morris Kippers |
Oosting Metaal Recycling/E&O |
8. Evan de Lange |
Quintus |
9. Jasper Peters |
Stipt Payroll / Handbal Houten |
10. Wouter Pronk |
Stipt Payroll / Handbal Houten |
11. Jasper Ritzen |
KV Sasja (BEL) |
12. Ivo Verberne |
Herpertz/Bevo HC |
13. Matz Wesseling |
Oosting Metaal Recycling/E&O |
14. Noah van Wieringen |
JD Techniek/Hurry up |
15. Tom Zwarthoed |
KRAS/Volendam |
cover Coach Edwin Kippers (Oranje U19) bij een toernooi in 2019
foto archief HSP / foto Reza