Nieuws

Talenten Quintus rijpen verder op de HandbalAcademie

Op weg naar de top

Door Peter Lotman - Veel Nederlandse handbalsters bij buitenlandse topclubs zijn doorgestroomd via de HandbalAcademie. Zij vormen een belangrijk deel van het Nederlands team. Lisanne Kruijswijk, Jette van Ingen en Amber Verbraeken, drie jonge talenten van Quintus, maken deel uit van die opleiding. Een impressie van hun dagelijks leven, dat bestaat uit handballen en studeren.

                     

                          v.l.n.r. Amber Verbraeken, Lisannen Kruijswijk en Jette van Ingen, foto NHV

Waarom gingen jullie naar de HandbalAcademie?

Lisanne Kruijswijk (18; werktuigbouwkunde HAN in Arnhem).

“Drie jaar geleden was ik voor Jong Oranje geselecteerd. We trainden dinsdagavond na de HandbalAcademie op Papendal. Als ik die meiden zag, dacht ik: dat wil ik ook. Ik heb aangegeven, dat ik interesse had en na een gesprek werd ik in 2017 aangenomen. Ik heb ervoor gekozen, omdat ik het A-team wil halen. Ik moet nog heel wat stappen zetten en daarvoor is de HandbalAcademie de juiste plek. Met twintig trainingsuren per week word je vanzelf beter."

Jette van Ingen (17; VWO Beekdal Lyceum Arnhem).

“Ik wilde al vanaf mijn twaalfde jaar naar de HandbalAcademie. Het programma met bal-, loop- en conditietraining geeft alle mogelijkheden om me individueel te ontwikkelen. Op technisch, tactisch, fysiek en mentaal vlak. Dat is nodig om een tophandbalster te worden en naar het buitenland te kunnen. Bovendien kan ik sport en school optimaal combineren."

Amber Verbraeken (17; MBO voeding en welzijn Arnhem).

“Ik werd gevraagd. Het is een grote stap, dus ik heb eerst even getwijfeld. Hoe langer ik er over nadacht, kwam er steeds meer een ideaalbeeld. Ik kon mijn opleiding in Arnhem volgen, dus dat was makkelijk. Ik zat op het randje van overbelasting en op Papendal zou er meer balans zijn. Een programma met veel trainingsuren, maar beter verdeeld. Er wordt veel extra gedaan, zoals hartslagdata en fysieke testen. Daardoor kan er een beter individueel programma worden samengesteld. Het waren eerst losse onderdelen, nu past alles mooi in elkaar."

Merk je dat je beter wordt?

Van Ingen: “We trainen in blokken van acht weken, waarbij elk blok een bepaald thema heeft. Doordat je een periode hetzelfde traint, boek je veel vooruitgang. Ook in de wedstrijden merk ik dat ik groei. Ik ben bij Quintus overgegaan van DA1 in de jeugddivisie naar de eredivisie. Een grote stap, maar dat gaat goed. Ik krijg meer zelfvertrouwen."

Kruijswijk: “Ik heb zó veel meer kracht gekregen. Daardoor gaan mijn één-tegen-één acties veel makkelijker. Door de vele trainingsuren merk ik, dat ik in het veld de situaties beter herken en daardoor betere keuzes maak."

Verbraeken: “Dat merk ik zeker, zelfs al in mijn eerste jaar. Ik ben alleen met handbal bezig en er wordt elke dag hard getraind. Veel technische en tactische tips van de trainers. Er worden mentale sessies gegeven, over voeding gesproken en regelmatig heb je een individueel gesprek over de voortgang. Ik train met speelsters die hetzelfde doel hebben, dus dat werkt aanstekelijk."

Is dit een springplank naar het buitenland?

Verbraeken: “Ik ben daar niet mee bezig. Ik ga stap voor stap en dat gaat goed. Toen ik bij Quintus kwam, en dat was drie seizoenen geleden, werd ik geselecteerd voor Jong Oranje. Nu gevraagd voor de Academie en met Quintus verder leren in de eredivisie. De volgende stap is dan ooit hopelijk het buitenland."

Van Ingen: “Voor mij zijn de HandbalAcademie en Jong Oranje absoluut een aanloop naar het buitenland."

Kruijswijk: “De Academie is een mooie stap voordat je naar het buitenland gaat. Je went er aan om op jezelf te wonen. Er ligt een flinke focus op de individuele ontwikkeling. Ik leer van de meiden met wie ik train. Een stap naar het buitenland wordt lastiger, omdat die clubs meer investeren in de eigen jeugdopleiding. Belangrijk is om je eerst in Nederland goed te ontwikkelen. Ik vind het moeilijk om het juiste moment te bepalen wanneer ik er klaar voor ben."

Schema

  • Wekelijks een intensief programma
  • De speelsters volgen wekelijks een intensief en gestructureerd programma.
  • Zondagavond: terug naar Papendal van weekend thuis en wedstrijd met Quintus.
  • Maandag: 6.30 uur ontbijt; van 7.00-9.00 uur krachttraining; douchen en 10.00 uur naar school; 14.00 uur terug met de bus voor training om 16.00 uur; 18.30 uur avondeten; daarna huiswerk of wedstrijdanalyses; bijpraten en op tijd (21.30 uur) naar bed.
  • Dinsdag: van 7.00-9.00 uur sprinttraining en de rest van de dag hetzelfde als maandag.
  • Woensdag: Oranjedag; de selecties komen bij elkaar om gezamenlijk 2x2uur te trainen.
  • Donderdag: hetzelfde programma als maandag.
  • Vrijdagochtend: krachttraining en dan met OV naar huis; 's avonds de laatste training van de week bij Quintus voor de wedstrijd van zaterdag.

Kanttekening

Niet alle clubtrainers zijn enthousiast over de HandbalAcademie, omdat zij doordeweeks hun talenten missen. Ook René Zwinkels, coach van Quintus, plaatst zijn kanttekeningen. “Ik ondersteun het initiatief en gun de speelsters uiteraard hun deelname. Een mooie ontwikkeling voor ze. Maar het blijft lastig om een hecht clubteam te formeren als je meerdere belangrijke speelsters op de trainingen mist."

Voor de speelsters is het geen probleem. Amber Verbraeken: “Ik heb doordeweeks app-contact met de trainer. Het scheelt, dat ik de meiden en het spel van Quintus goed ken. Daardoor ben ik vrijdag na de training klaar voor de wedstrijd."

Lisanne Kruijswijk: “Het is niet ideaal, omdat je maar twee uur per week samen traint. Maar er staat zóveel tegenover. We trainen op vrijdagavond vooral tactiek voor de wedstrijd van zaterdag. We pakken dat met de trainer en het team best goed op."

Jette van Ingen: “Ik zie het niet als een probleem. Het kost meer tijd om goed op elkaar ingespeeld te raken en precies te weten wat je teamgenoten doen. Het gaat steeds beter en we maken ook daarin grote stappen."

Deel dit bericht