Nieuws

UITGELICHT: 10 SPEELSTERS OM NAAR UIT TE KIJKEN

Natuurlijk gaat onze meeste aandacht uit naar de Nederlandse vrouwenploeg die de komende weken op de Spelen in Parijs voor de derde keer present is op een Olympisch eindtoernooi. Tweemaal eerder werd het een vierde plek (2016), in 2021 was Frankrijk een maatje te groot in de kwartfinale. Nu heeft de ploeg zijn zinnen gezet op een medaille. Alleen: de kleur is nog niet duidelijk.

Van de laatste Olympische lichting die in Tokio erbij was, keerden Debbie Bont, Danick Snelder, Nycke Groot, Martine Smeets, Tess Lieder-Wester niet meer terug, Merel Freriks bleef achter na bijna een jaar blessureleed, Inger Smits werd vanwege persoonlijke omstandigheden niet uitgenodigd. Blessureleed ook voor Zoë Sprengers die na het laatste oefenduel tegen Zuid-Korea afhaakte en – teleurgesteld- haar droomdebuut in Parijs zag uiteen spatten. Dus draaft er automatisch een aantal debutanten op: in de 14-koppige selectie van Per Johansson zullen vijf speelsters voor het eerst kennismaken met alles wat een Olympische deelname zo mooi maakt en voor slechts weinigen is weggelegd. Keepster Yara ten Holte neemt de plek over van Tess Lieder-Wester: in Tokio nog reserve, nu gaat de uit Almere afkomstige doelvrouwe beduidend meer speeltijd krijgen. Nikita van der Vliet en Tamara Haggerty nemen de vacante posities aan de lijn over van Snelder en Freriks. Ook Kim Molenaar en de voor Sprengers opgeroepen Judith van der Helm zullen nieuwe indrukken aan hun toch al vrij omvangrijke palmares kunnen toevoegen. Of het daadwerkelijk tot veel speelminuten komt?

foto IHF

Maar bij de 12 deelnemende ploegen komend we behoorlijk veel topspeelsters tegen. Speelsters om in de gaten te houden, om van hun spel te genieten.

Bij Noorwegen is het bijvoorbeeld nog niet zeker of Henny Reistad in het openingsduel tegen Zweden in actie kan komen. De superster van de Noorse ploeg raakte in de voorbereiding geblesseerd tijdens een oefenduel en moet afwachten of ze op tijd hersteld is van die blessure.

Vraag een willekeurige speler naar de Olympische Spelen en hij of zij zal zeggen dat dit het toppunt van sport is, de belangrijkste competitie waaraan men ooit kan deelnemen en dat het een eer is om jouw land daarin te vertegenwoordigen. Eens in de vier jaar verzilveren slechts twaalf heren- twaalf damesteams hun kaartjes en mikken ze op een medaille op dit grootse wereldpodium.

Parijs 2024 zou wel eens de sterkste Olympische competitie ooit kunnen zijn in het moderne handbal, met Frankrijk als gastheer, waardoor nog meer ruimte is ontstaan voor de andere grootmachten om hun ticket voor Parijs al in een vroeg stadium te verzilveren. Vrijwel alle teams hopen op een medaille, maar wat is de logica achter al die grote ambities? Hier geldt zeker niet meer: ‘Meedoen is belangrijker dan winnen’. De grondlegger van de Olympische Spelen aan het begin van de vorige eeuw, de Franse baron Pierre de Coubertin, kon toen niet bevroeden dat die slogan – was die wel van hem? - bij de modernere uitvoering van ‘zijn’ Spelen niet meer van toepassing kan zijn. De belangen zijn enorm, voor ploegen maar ook individuele sporters. “Citius, altius, fortius”: sneller, hoger, sterker. En dat moet allemaal in een aantal wedstrijden samenvallen, er is geen tweede kans. Nederland baalde in 2016 toen de ploeg van Henk Groener en Peter Portengen de bronzen medaille uiteindelijk uit de handen zag glippen: in de halve finale was Frankrijk nipt beter (23-24), in het slotduel deed Noorwegen Nederland enorm veel pijn: 26-36.

1. STINE BREDAL OFTEDAL (Noorwegen):

In 261 wedstrijden voor het Noorse nationale team scoorde Stine Bredal Oftedal 732 doelpunten. Dat brengt haar op de achtste plaats in de topwedstrijden voor het meest gelouwerde team in de geschiedenis en op de negende plaats in het topscorersklassement voor Noorwegen. Maar Oftedal is meer dan een doelpuntenmaker. De 32-jarige spelverdeelster die zowel op als buiten het veld een rustgevende uitstraling heeft, is enorm belangrijk geweest voor het succes van Noorwegen. Zij won dertien medailles in grote internationale competities, waaronder twee bronzen medailles op de Olympische Spelen: in Rio 2016 en Tokio 2020. De Olympische titel ontbreekt nog op haar palmares, dus gaat ze met haar ploeggenoten op zoek naar die ene ontbrekende medaille in haar laatste optreden in haar met sterren bezaaide carrière - ze werd in 2019 uitgeroepen ’s werelds beste handbalsters en MVP van het WK 2017. Noorwegen zal Oftedal zeker missen na Parijs 2024, maar haar laatste ‘hurra’ zou haar behoorlijk gemotiveerd moeten maken om nog een uitzonderlijke prestatie te leveren.

2. SANDRA TOFT (Denemarken):

Denemarken was de afgelopen jaren een van de meest consistente teams en won bronzen medailles op het WK 2021 en 2023 en de zilveren medaille op het EK 2022. Veel van dat succes is afhankelijk van een sterke verdediging, met een van de beste keepers ter wereld lopen voorop. Sandra Toft was de All-Star-keepster op het WK 2021 en werd ’s werelds beste speelster in 2021 dankzij enkele fantastische optredens waarbij ze haar team feitelijk naar succes bracht en misschien op dat moment wel de beste keepster ter wereld was.

Ze komt goed voorbereid aan de start bij de Olympische Spelen van 2024 in Parijs: begin juni won ze met Györ haar eerste CL-titel en leverde tijdens de halve finale tegen Team Esbjerg een meer dan formidabele prestatie.  Denemarken wil aan het einde van dit evenement met een medaille terugkeren, de tegenstanders zullen aan Toft een hele zware dobber krijgen.

3. BRUNA ALMEIDA DE PAULA (Brazilië):

Brazilië is een broeinest van talent op het gebied van dameshandbal. Het won de WK-titel in 2013, waarbij dat succes steeds meer speelsters inspireerde om de sport te gaan beoefenen. 11 jaar geleden was Bruna Almeida de Paula nog maar 17 jaar oud, maar die titel overtuigde haar ervan dat handbal de beste keuze was. Haar arsenaal is fantastisch: ze is snel, technisch, intelligent en kan ruimtes creëren waar ze maar wil. Nadat ze topscorer was van het WK voor junioren in 2016, maakte ze de stap naar de senioren en werd ze beschouwd als een van de beste spelverdeelsters ter wereld, vanwege haar dubbele dreiging: scoren en het geven van assists. In 2022 was ze de topscorer van het Zuid- en Midden-Amerikaanse kampioenschap, in juni behaalde ze haar eerste titel in de Champions League met Győr waar ze een bijna onmisbare schakel was gebleken.

4. AZENAIDE CARLOS (Angola)

Angola was de afgelopen edities van de Olympische Spelen voor veel partijen een moeilijke tegenstander. In elk van de afgelopen drie optredens won Angola minstens één wedstrijd, terwijl het ook de kwartfinales van Rio 2016 haalde. Hun fysieke speelstijl is anders dan die van andere teams in Parijs 2024, maar ze beschikken nog steeds over rauw talent en vuurkracht, met spelers als rechteropbouw Azenaide Carlos, die soms niet te stoppen is. In 2022 scoorde ze 17 doelpunten in één wedstrijd voor haar clubploeg, CS Rapid București, in hun titelwedstrijd tegen SCM Râmnicu Vâlcea. De 34-jarige linkspoot speelt tevens haar vijfde editie van de Olympische Spelen, na Peking 2008, Londen 2012, Rio 2016 en Tokio 2020. Carlos werd ook benoemd tot vaandeldrager van Angola, een enorme eer voor een speelster wiens consistentie en talent haar naar de top deden stijgen.

5. ESTELLE NZE MINKO (Frankrijk):

Het is altijd moeilijk om een ​​speelster te isoleren van het enorm getalenteerde Franse team en een verhaal te vertellen over hoe goed die speelster de regerend Olympisch kampioen maakt. Immers, het belangrijkste wapen van Frankrijk is de teamgeest geweest en ook de voortreffelijke samenhang die coach Olivier Krumbholz binnen de ploeg tot stand heeft gebracht. Maar Estelle Nze Minko is echt een generatiespeelster voor dit Franse team. Geen van de huidige Franse teamgenoten heeft meer optredens dan de teamcaptain, die 165 wedstrijden heeft gespeeld en 381 doelpunten heeft gescoord voor “Les Bleuses”. Nze Minko was ook de MVP van het EK 2020 en werd ook opgenomen in het All-Star Team als linkeropbouwer en in het All-Star Team van het WK 2023. Ze is misschien geen topscorer, maar haar knowhow is ongeëvenaard in zowel de aanval als in de verdediging, waardoor ze meestal dingen laat gebeuren wanneer Frankrijk het nodig heeft. Bovendien heeft Nze Minko ook alles gewonnen wat er te winnen valt: het goud op de Olympische Spelen, het Wereldkampioenschap, het Europees Kampioenschap en dit seizoen de Champions League met Győr.

6. ANA GROS (Slovenië):

Dit was waarschijnlijk de laatste kans voor de 33-jarige rechteropbouw om een ​​plek op de Olympische Spelen veilig te stellen. Immers, Ana Gros was opnieuw belangrijk voor Slovenië in deze Olympische cyclus, het enige team dat in 2024 debuteert in Parijs. Gros is altijd een van de meest consistente doelpuntenmakers op clubniveau geweest, terwijl ze ook meer dan 700 doelpunten scoorde in 150 wedstrijden voor het Sloveense nationale team, een bewijs van haar schotkracht en doorzettingsvermogen. Ooit een All-Star-rechteropbouw in de CL, Gros kan Slovenië eigenhandig helpen aan een goede prestatie op deze Olympische Spelen 2024. Dankzij haar ervaring en talent is ze mogelijk ook in beeld om de titel van topscorers van het toernooi te pakken, op voorwaarde dat haar team zich kwalificeert voor de knock-outfase.

7. LOÏS ABBINGH (Nederland):

Abbingh speelde een belangrijke rol bij de eerste titel van Nederland op het WK 2019, was de topscorer van ddat toernooi in Japan en de strafworpneemster in de laatste seconde van de finale tegen Spanje, waardoor de balans overhelde naar Nederland: 30-29. De linkeropbouw, nu 31 jaar, is bezig aan haar derde editie van de Olympische Spelen en wordt de eerste handbalspeelster in de geschiedenis die vaandeldrager van Nederland zal zijn. Ze maakt deel uit van een gouden generatie, die in de Nederlandse ploeg uitgroeide tot een krachtpatser op het gebied van het dameshandbal. Nog steeds een van ’s werelds beste verdedigsters, Abbingh kan Nederland voor de derde keer op rij in de knock-outfase tillen op de Spelen in Parijs. In 2022 kwam ze terug nadat ze moeder werd van zoontje Lev.

8. RYU EUN HEE (Zuid-Korea):

Korea is een eeuwige kanshebber op de Olympische Spelen en won tussen Seoel 1988 en Peking 2008 zes medailles. Die pijplijn is de afgelopen jaren opgedroogd, maar de ambities zijn nog steeds hoog en de Aziatische ploeg heeft een van de beste rechteropbouwspeelsters van de wereld. Net als alle Koreaanse speelsters heeft Ryu Eun Hee het grootste deel van haar carrière in eigen land gespeeld, maar daarna een jaar doorgebracht bj Paris ’92, het huidige gastland van de Spelen voordat ze in 2021 tekende bij de Hongaarse grootmacht Győr. Ze heeft haar talent bewezen op het Aziatische Kampioenschap 2022 waar ze zowat in haar eentje Zuid-Korea naar een overwinning in de verlenging loodste: 34-29 in de finale tegen Japan, met liefst 19 doelpunten van haar linker hand. Ze werd gekozen in het All-Star Team van dat toernooi.

9. JAMINA ROBERTS (Zweden):

Wat Zweden de afgelopen tien jaar aan medailles miste, maken ze goed in samenhang met een vierde plaats op de Olympische Spelen van Tokyo 2020, een vierde plaats op het WK 2023 en een vijfde plaats op de WK 2021. De stijgende lijn lijkt ingezet. In die periode is linkeropbouw Jamina Roberts ook buitengewoon consistent geweest. Ze werd tijdens Tokyo 2020 gekozen in het All-Star Team als linkeropbouw, met een aantal fantastische prestaties, waardoor Zweden voor het eerst in de geschiedenis naar de halve finales werd geloodst. Roberts heeft het grootste aantal wedstrijden achter haar naam – 234 - en het op een na grootste aantal doelpunten in de huidige ploeg: 604. Daarom zal dit voor de 34-jarige waarschijnlijk opnieuw cruciaal zijn, in wat waarschijnlijk haar laatste optreden op de Olympische Spelen zal zijn.

10. EMILY BÖLK (Duitsland): 

Haar moeder, Andrea, maakte ook deel uit van het Olympische team voor Duitsland in Barcelona 1992. En Emily trad snel in haar voetsporen toen ze in 2016, toen ze nog maar 18 jaar oud was, haar debuut maakte bij de senioren. Bölk is een sterke verdedigster, maar kan ook uitblinken in de aanval. Zij passeerde de grens van 100 caps op het WK 2023 terwijl zij ook aanvoerder werd van het Duitse team. Sinds 2008 (Peking) is Duitsland weer present op een Olympisch eindtoernooi. Met veel ervaring en haar leiderschapskwaliteiten lijkt Bölk goed toegerust om leiding te geven aan deze Duitse ploeg, die na een afwezigheid van zestien jaar hunkert naar een nieuw succes. Tweemaal zilver met de voormalige DDR-ploeg (1976 en 1980) alsmede twee vierde plaatsen (1984 Bondsrepubliek Duitsland, 1992 Duitsland) zijn een wat karige oogst voor een redelijk grote handbalnatie.

cover foto 1: Loïs Abbingh, een van de sterhouders bij de Nederlandse ploeg, foto NHV

foto 2: Stine Oftedal: met Noorwegen op zoek naar de gouden medaille, foto EHF

foto 3: Sandra Toft: kan zij met Denemarken het verschil maken in Parijs? foto EHF

Deel dit bericht