Nieuws

Stolman hekelt Belgisch kwalificatiesystemen BENE-League

Door Frits Feuler - Heel Neerpelt was er zaterdagavond klaar voor. Het slotduel in eerste nationale, tegen de Waalse koploper Visé, moest Sporting Nelo middels een zege bij de beste zes clubs van België brengen. Goed voor een startbewijs in de Beneliga van volgend seizoen, met zes Nederlandse en zes Belgische ploegen.

Bijna duizend toeschouwers, onder wie ex-Neerpelt-speler Wil Jacobs en ex-Neerpelt-trainer Robert Nijdam – zorgden samen met de enthousiast speaker van dienst voor een mooie ambiance. Ook de arbitrage was op en top verzorgd. Alles had de clubleiding er aan gedaan om die laatste twee punten in de eigen Dommelhof binnen boord te halen.

Maar de euforie aan het begin van de wedstrijd sloeg anderhalf uur later om in treurnis. De 32-35 zege ging, in een aantrekkelijk duel, naar de gasten uit Wallonië die daarmee hun deelname aan de BNL definitief zekerheid gaven. De speaker liet heel toepasselijk het deuntje van Guus Meeuwis voorbij komen: ‘Een schouder om op te huilen’. Er waren rond de klok van tien uur te weinig schouders om alle verdriet bij spelers, technische staf en aanhang op te vangen! Weer een jaartje eerste nationale. “Geen fijn vooruitzicht in deze kriekencompetitie,” zou doelman Polfliet later melden.

Voor aanvang van dit belangrijke seizoen in de Neerpelter clubgeschiedenis had het bestuur en technische staf al niet stil gezeten op de transfermarkt. De 40-jarige doelman David Polfliet zag zijn kans schoon om in zijn geboortestad het naderende einde van zijn imposante handballoopbaan nog met een kunststukje op te luisteren. Ruim een half uur na afloop blikte de ervaren doelman, met een sigaretje als afleiding, buiten de sporthal terug op dit jammerlijk verloren duel. “Als ik zelfs vandaag nog in een dagblad lees dat een Nelo-speler bezig is met een transfer, mocht de Beneliga niet lukken, dan word ik boos. Waar is die dan mee bezig geweest? We hebben vier weken lang getraind op de spelpatronen van Visé. We kenden al hun wisseltjes, moesten die onderbreken, stevig contact zoeken en het spel ontregelen. Alles goed voorbereid. Als ik dan zie wat we er van gebakken hebben, stemt mij dat droef. Maar volgend jaar gaan we opnieuw voor die promotie,” blikte hij stoer vooruit. “Vóór mijn handbalpensioen wil ik met Nelo wel in die Beneliga uitkomen. In die omgeving kunnen spelers groeien.”

Enkele weken geleden werd de 23-jarige Oekraïnse spelverdeler Eduard Klyuyko nog bij Krasnodar los geweekt. Alles in functie van dat ene doel: deelname aan een sterke Beneliga. Maar de Oekraïner kon in dit duel amper de hoog gespannen verwachtingen waar maken. In de wedstrijd tegen Beyne vorige week was hij  ernstig gekwetst geraakt aan de rechterknie en het was dus op zich al een mirakel dat hij heeft kunnen spelen. Hij werd dan ook een aantal malen gewisseld en moest met lede ogen aan zien hoe de gasten de Nelo-defensie constant onder zware druk hielden met vloeiende combinaties en ferme afstandsschoten.

Halverwege (18-18) waren de kaarten nog niet geschud. Tot ingehouden vreugde van technisch manager Diederik Stolman op de tribunes tussen het thuispubliek. Ook voor hem moet het een nachtmerrie zijn als ‘zijn’ Nelo niet bij de zes beste clubs van België zou behoren.

Nelo kreeg niet echt vat op de vlot scorende Walen. Gaandeweg de tweede helft sloot de Luikse defensie beter hetgeen de Nelo-aanvallers meer dan eens verleidde tot geforceerd afsluiten.

Plots toverde Visé-coach Pedrag Dosen de ‘Indianen-verdediging’ uit zijn hoge tactische hoed en dwong Nelo tot nog meer fouten in aanvallend opzicht. Spooren en Habraken zagen de muur achter het doel als schietschijf. Wout Winters, in de eerste helft sterk op rechtsopbouw, had ineens meer ruzie met de bal en zag zijn heupschoten in een niemandsland verdwijnen. Het hoogst ‘gemeten’ verschil in die tweede helft bedroeg twee treffers in ieders voordeel.

Negen minuten voor tijd (30-30) steeg de spanning tot ongekende hoogte. Vijf minuten later leek Visé alsnog te bezwijken (32-31) maar Matej Flajs antwoordde resoluut op tegenaanval: 32-32. Tot woede van doelman Polfliet. Dat doelpunt zat heel Nelo niet lekker. Zevende veldspeler – met hesje – erin. Maar Florian Glesner en Yves Vancosen persten alles uit hun lichaam en zetten anderhalve minuut voor affluiten hun blauwwitte aanhang in feeststemming. De laatste treffer van Benjamin Danesi was voor de statistiek: 32-35.

Diederik Stolman stond er beteuterd bij. Maar was ook meteen strijdvaardig met het oog op het volgend seizoen. “Alles hadden we in eigen hand. Op verplaatsing bij Merksem en Visé spelen we gelijk, dan zouden we het thuis tegen deze ploegen met twee winstpartijen moeten afmaken. Nee, dus. Thuis verliezen van Merksem was dodelijk. Nu dan tot in extremis geknokt voor die laatste strohalm. Weer naast promotie! We hebben een aantal transfers voorbereid. Nederlanders? Laat U verrassen. Wij gaan volgend jaar opnieuw voor die Beneliga, maar zullen ons de komende weken nog even moeten verbijten met een aantal nietszeggende potjes in de nacompetitie.”

Maar Stolman kon het niet nalaten om toch een vergelijking tussen het Nederlandse en Belgische kwalificatiesysteem bij de uitbreiding naar 12 ploegen in de BNL te maken. “Het Nederlandse systeem vind ik veel  eerlijker. Namelijk met acht ploegen strijden voor 6 plaatsen in de BENE-League. Trainer Alex Jacobs zie ik als het brein achter de Belgische opzet die helemaal in schril contrast staat met de Nederlandse. Hij heeft met zijn Sasja een jaartje zonder druk kunnen bouwen, wetende dat hij er het volgend jaar toch weer bij is. Met twintig punten achterstand op nummer één, Lions laatste worden zegt genoeg!” foeterde hij.

Sporting Nelo: Polfliet, Leckebusch (n.i); Winters W (9), Habraken (4), Barhyak (1), Somogyi (6), Klyuyko (4), Rojc, Spooren (7), Winters P, Follon, Stulens, Pagnoul (1).

Visé: Grourgroumis, Lupica; Gava (2), Glesner (7), Van Looy, Geradon (2), Danesi (11), Danse (2), Flasj (3), Vancosen (7), Marchal, Popivoda (1), Cutaia, Neuville.

Scheidsrechters: Thomassen/Schmack  

Deel dit bericht