Nieuws

Wil Jacobs is weer even terug in de handbalwereld

 Handballer met de meest beroemde knie traint Bevo-reserves

Door Frits Feuler – Zoals hij ooit door de achterdeur van het handbaltoneel verdween, zo stilletjes kwam hij ook weer door diezelfde deur terug op het handbalpodium. Wil Jacobs, 57 jaar inmiddels, werd in de voorbije weken gevraagd om, zeker tot de kerst, de vacature bij de reserves van Herpertz Bevo in te vullen na het plotselinge vertrek van Rob van Bokhoven. Ron Klemann was de eerste optie maar privéomstandigheden weerhielden hem. “Bevo is een warme club. Ik kwam tot vorig jaar regelmatig in Panningen om naar de wedstrijden van mijn zoon Yoni bij de jeugd te kijken,” vertelt Jacobs. “Dus zo vreemd was het aanbod onlangs niet. Ik wilde graag helpen. Het kriebelt weer, ja. Het is alsof ik weer thuis ben op het veld.”

Verdedigen

Jacobs nu in een andere rol. De ouderen in handballand herinneren zich Wil Jacobs als die geweldige spelverdeler, topschutter als het moest maar ook een uitmuntende verdediger bij het Geleense Vlug en Lenig, later het Belgische Neerpelt en de nationale ploeg. “Met Jan-Willem Hamers naast je in de defensie wist je precies wat je moest doen! Een kwestie van vertrouwen en veel samen trainen. Dat is nu vaak anders bij veel ploegen.”

De speler ook met tactisch inzicht, die ploegmaats beter liet spelen en samen voor vele nationale en internationale successen zorgde. “Handbal begint in de verdediging, dat was vroeger zo, dus nu ook nog,” was zijn eerste reactie na het met 24-20 verloren bekerduel van ‘zijn’ opleidingsteams tegen Smezo BFC. “Potentie genoeg, veel A-spelers erbij. Hier zitten andere opvattingen, is even wennen. Het stoort me wel enorm als ik nu, na twee wedstrijden, zie hoe er verdedigd wordt!” De spelers kunnen er gerust op zijn: de komende weken staan de trainingen grotendeels in het teken van noeste en duidelijke verdedigingsarbeid. Hét stokpaardje van Jacobs die er ook groot mee geworden is.

Met de Limburgse selectie was Jacobs al in 1977 internationaal actief in Euskirchen. Daarna volgde al snel deelname aan het Jeugd WK in 1979 (Denemarken) en 1981 (Portugal). Tussendoor debuteerde hij in het grote Oranje, op 28 maart 1980 in Aarau tegen Zwitserland (26-14 verlies). Het B-WK in 1981 in Frankrijk werd zijn eerste grote toernooi, afgesloten met plek tien. Daarna volgden nog vier WK’s met Oranje. In 1988, tijdens de eerste editie van de Limburgse Handbal Dagen, werd hij topscorer namens Vlug en Lenig. In 1995 werd hij verkozen tot ‘beste verdediger’. Toen, op de ‘gezegende’ handballeeftijd van 35!

Foto / Archief Michel Janssen

De knie

De oud-international en succesvol speler van Vlug en Lenig en het Belgische Neerpelt, kreeg in 1983, tijdens het B-WK in eigen land - doelman Ron de Jonghe werd tot beste keeper en Peter Verjans tot  beste speler uitgeroepen - meer aandacht dan hem lief was. Een WK met toen nog landen op gelijk niveau met Nederland: West-Duitsland, Frankrijk, IJsland, Zweden, Hongarije. Nu alom boven Oranje uit gestegen. In Nederland kroonde Hongarije zich tot kampioen van de B-landen.

Kort voor de start belegde Oranje onder leiding van bondscoach Jan Kecskemethy een trainingsstage in Zwitserland. Daar liep de toen 23-jarige handbalbelofte een ernstige knieblessure op. Feitelijk onmogelijk om daar een WK mee te gaan spelen. “Alles was afgestemd op mijn persoontje. René de Bakker (Quintus) kwam sporadisch in de voorbereiding in actie. Toen ik weg dreigde te vallen, was er ineens paniek!’

WK in Nederland

Een lange revalidatie lag in het verschiet. Maar de bondscoach dacht daar anders over en ‘eiste’ dat Jacobs speelde. Tot woede van zijn toenmalige trainer Pim Rietbroek. “Pim is de beste trainer geweest die ik ken. Een opleidingstrainer, iemand die vooral jongere spelers beter maakte. Dat wij een haat-liefde verhouding hadden, was algemeen bekend. Samen in het handbal, oké. Had je als jongere, zoals ik toen, een wat afwijkende mening, dan werd je dat niet in dank afgenomen. Maar wij wisten dat we elkaar nodig hadden.”

Nederland, met de geblesseerde Jacobs, opende desastreus tegen Tsjechoslowakije: 8-23. Vervolgens was West-Duitsland met 19-10 te sterk. Nederland snoepte Frankrijk een punt af: 19-19. “Om plek 7 tot en met 12 deed ik alleen nog tegen Israël (16-9 winst) mee. De knie wilde niet meer, dus hinkte ik op de linkerhoek maar een beetje mee,” herinnert Jacobs zich nog. “Die wedstrijd moesten we hoe dan ook winnen!”

Tegen de Belgen (22-23 verlies), Bulgarije (22-21 winst) en IJsland (1-23 verlies) waren de restanten op het eigen WK die Jacobs vanaf de zijlijn noodgedwongen diende te volgen. De negende plek tussen de twaalf teams was het hoogst haalbare. “Veel heisa was er om een vermeend spuitje dat ik in mijn knie zou hebben gekregen van de bondsarts,” reageert hij fel. “Maar dat is nooit gebeurd en dat heb ik ook iedereen verteld!” 20 juni 1993 werd een benefietduel tegen Duitsland voor de slachtoffers bij een aanslag in Solingen zijn laatste optreden in de nationale ploeg. 153 interlands, 395 treffers achter zijn naam. Aardige cijfers.

De toekomst van een jonge speler stond op het spel. Vanaf dat moment ging ‘die knie’ een eigen leven leiden in handballend Nederland. Bijna anderhalf jaar was Jacobs uit roulatie om dan toch nog in de laatste twee competitieduels deelgenoot te zijn van de landstitel van Vlug en Lenig.

 

Foto/ Archief Michel Janssen  

Terugkeer

Daarna keerde hij, verrassend, in 1984 Vlug en Lenig de rug toe en kwam vijf jaar voor het Belgische Neerpelt uit. “Mooie tijden, met mooie handballers,” herinnert hij zich nog. “Jo Smeets, Jan Janssen, Jo Delpire, Erik Loots, Kris Claes, Erik Tielens om er maar eens een paar te noemen.” Successen bleven niet uit. In 2011 was Jacobs met al die strijdmakkers present op een zogenaamde Legends Day in Neerpelt.

Nog een keer, in 1989, keerde de ‘Godfather’ van de Geleense club terug op het oude nest. Zijn actieve loopbaan stopte in 1997 waarna hij nog ruim een jaar de ploeg trainde waarvan hij zelf nog deel had uitgemaakt als speler. “Europees gespeeld in de City Cup. Thuis met tien verschil gewonnen van Trabzon, uit met 15 verschil verloren in een gigantische heksenketel!” Daarna verdween hij geruisloos, leek het. “De opvoeding van mijn tweeling (Yoni en Alyssa, FF) vroeg veel aandacht. Handbal was voor mij passé.”

In 2013 werd er geen tevergeefs beroep gedaan op een van Nederlands beste handballers om de B- en later de A-jeugd bij Vlug en Lenig te trainen waar zijn zoon Yoni bij speelde. Vier jaar lang hield hij dat vol. “Maar ik heb inmiddels een eigen bedrijf, kan geen zes, zeven keer per week met een ploeg trainen hetgeen ik zeker zou willen. Gaat gewoon niet,” kent hij zijn beperkingen in tijd.

Bevo 2 ontbeerde tegen de schotkracht van BFC een solide defensie. Als het aan Jacobs ligt wordt dat de komende weken een heel groot verbeterpunt. “Te beginnen komende zaterdag tegen Hellas. Die wedstrijd wil ik in elk geval winnen!” 

Deel dit bericht