Nieuws

ARBITERS VOOR OLYMPISCH TOERNOOI: WEL ORANJE, GEEN SCHEIDSRECHTERS

De Nederlandse handbalvrouwen komen eind juli / begin augustus in actie op de Spelen in Parijs. De derde deelname na 2016 en 2021. Automatisch zou dan ook, denk je dan, een scheidsrechterskoppel uit dat land toegelaten kunnen worden tot dit wereldevenement. Helaas: weer vier jaar wachten op eventueel een volgend elite-koppel.

Ook in de Europese FINAL4 bij zowel de mannen als vrouwen ontbreken onze koppels al gaan William Weijmans en Rick Wolbertus komende zondag flink hun best doen om de return in de kwartfinale van de CL bij de vrouwen tussen Odense en Bietigheim - behoorlijk Nederlands getint - tot een keurig einde te brengen. De broers Paul en Ruud Geraets floten afgelopen zondag in Portugal het tweede en beslissende duel in de European Cup bij de vrouwen tussen Benfica en Michalovce. Kleine stapjes vooruit maar de grote sprong ontbreekt. Al jaren.

Waar het aan ligt? Te weinig lobby in Basel en Wenen? Vroeger was de aanwezigheid van Loek Kielhorn z.g. bij de IHF al een belangrijke vooruitgeschoven pion waar het ging om ‘het verdelen van de snoepjes’. Nu leeft het idee dat onze internationale koppels te groot zijn voor servet maar te klein voor tafellaken. Als je de top 20 van Europa nadert, dan ben je niet meer te klein voor het tafellaken. De Limburgse arbiters William Weijmans en Rick Wolbertus maken op dit moment wel degelijk stapjes omhoog, floten vijf wedstrjden in de CL, waaronder komende zondag ook de beslissende kwartfinale tussen Odense en Bietigheim. Eerder leidden ze Metz tegen Ferencvaros - een heet potje -in goede banen. Gaan ook naar het EK U20 mannen deze zomer. Maar dan nog is een plekje in de Europese top 12 niet erg realistisch als Nederland, gelet op onze competitie. In het najaar nieuwe kansen bij het EK 2024 vrouwen, begin 2025 het WK bij de mannen, eind 2025 het WK voor vrouwen in Duitsland en Nederland. Eindtoernooien waar we heel graag Nederlandse arbitrage zouden willen zien.

De vier Nederlandse koppels zijn op de goede weg. Maar ligt dan het aan de opleiding dat alles zo lang duurt? Aan die te zwakke competities in Nederland en België? Het presteren van onze clubs in Europese toernooien? Of: ambieert niemand die internationale status, is men tevreden met het gebodene en haalt men niet eruit wat erin zit? Zijn dat de redenen waarom we met onze arbiters niet in de schijnwerpers staan? Volgens Weijmans wordt er door iedereen keihard gewerkt om richting de top - of toch minstens de sub-top - te gaan.

Feit is dat de Nederlandse koppels, die heel veel inspanningen leveren in de voorbereiding en tijdens het seizoen met analyses maken, gesprekken voeren met de waarnemer, trainingen volgen, analyses met head-set, traject met specialistische coaches langer nodig hebben om dezelfde bagage als bijvoorbeeld een Duits koppel te krijgen. Sommige duo's investeren heel veel, fluiten meer dan 40 (top-)duels in eigen competitie en Europees. Maar de kersen op de diverse taarten ontbreken nog. Wel is duidelijk dat er na jaren 'niks' als land en officials hard gewerkt wordt om weer op niveau terug te komen. Trots dus voor alle kleine stapje die er nu emaakt kunnen worden om van daaruit weer verder te kjken. Nederlandse en Belgische officials duiken met regelmaat op bij topduels zoals onlangs PSG tegen Barcelona. 

Op nationaal niveau ontbreken het spelniveau en stressbestendigheid om daarmee op internationaal vlak weer mee aan de slag te kunnen, wetende dat er dan een paar miljoen ogen op je zijn gericht. Niet alleen in de sporthal, maar ook via de televisiebeelden. Onze arbiters die al wat vaker de grens over gaan, hoor je bij terugkomst steevast opmerken 'dat hier in de nationale competities veel gezeurd wordt daar waar men in het buitenland veel meer accepteert en respecteert'. Evaluaties na afloop van een internationaal optreden zijn vaak keihard: presteren, anders is weinig hoop op een kwalitatief hoger (risico-)duel bij zowel de mannen als vrouwen. Daarbij worden onze internationale arbiters nog vervleugeld door collega's uit Oost-Europa. Voorbeeld: verleden week kwamen de twee Moldavische broers Covalciuc in actie bij Veszprem tegen Aalborg. twee arbiters uit Moldavië in actie bij het eerste duel in de kwartfinale tussen Veszprem en Aalborg, geen kattenpis. Zij timmeren al sinds 2011 aan de internationale weg,

Met het WK voor vrouwen eind 2025 voor de deur wordt het nog een hele klus om Nederlandse arbitrage een podium te geven. De nominaties zijn er nog niet, het is aannemelijk dat er ook uit ons land arbiters op de eigen vloer verschijnen. Je zou verwachten dat er in deze en komende maanden ‘geoefend’ kon worden…..

In 1984 leverde de nominatie van Jo Nüsser met zijn nieuwe fluitpartner Henny Koppe veel kritiek in eigen land op: beiden gingen naar de Spelen van Los Angeles daar waar iedereen Gerard Houtbraken aan de zijde van de Limburger verwachtte. In 1992 moest het koppel Nüsser/Struik bij de fysieke test in Spanje voor de Spelen van 1992 afhaken: Nüsser had last van een blessure en kon de Coopertest die het duo gezamenlijk moest afleggen, niet afmaken. Einde verhaal.

Nederland kende in het verleden veel topscheidsrechters die veel door Europa zwierven om topwedstrijden te leiden. Pakweg de laatste tien, twintig jaar allemaal een stuk minder nadat de EHF besloot om CL, European League en European Cup in het leven te roepen. In het tweede en derde toernooi komt geregeld een van onze vier internationale koppels op de bühne, de crême de la crême – halve finales en finale CL  en EL – is blijkbaar te hoog gegrepen. Waarnemers leverden Nederland en België op internationaal vlak wel door de jaren heen altijd, altijd wordt de spoeling ook hier dunner. Arbiters is de andere kant van de handbalmedaille.

DUITSLAND HEEFT 'N DUBBEL'

Duitsland levert hoe dan ook twee koppels: voor Schulze/Tönnies wordt het na de Spelen van 2020 in Tokio de tweede deelname. Het vrouwelijke duo Merz/Kuttler debuteert. Beide duo’s waren bij het laatste EK (mannen) in Duitsland en het WK 2023 (mannen) ook present. Ook in de OKT-wedstrijden vonden we het viertal terug. “Die selectie is een mooie waardering voor het niveau van ons scheidsrechterskorps,” aldus voormalig topscheidsrechter en huidig scheidsrechterschef Jutta Ehrmann-Wolf. In 1988 (Seoul) waren twee koppels uit het toen nog gescheiden Duitsland voor het laatst present: Manfred Prause en Erhard Hoffman uit de BRD. Zij floten de Olympische finale tussen de Sovjet-Uie en Zuid-Korea. Peter Rauchfuß en Rudolf Buchta (DDR) floten de finale bij de vrouwen tussen Zuid-Korea en Noorwegen.

DE LIJST VOOR PARIJS 2024
Youcef Belkhiri / Sid Ali Hamidi (ALG)
Maria Ines Paolantoni / Mariana Garcia (ARG)
Amar Konjicanin / Dino Konjicanin (BIH)
Vaclav Horacek/ Jiri Novotny (CZE)
Mads Hansen / Jesper Madsen (DEN)
Ignacio Garcia / Andreu Marin (ESP)
Julie Bonaventura / Charlotte Bonaventura (FRA)
Maike Merz / Tanja Kuttler (GER)
Robert Schulze / Tobias Tönnies (GER)
Adam Biro / Oliver Kiss (HUN)
Gjorgji Nachevski / Slave Nikolov (MKD)
Ivan Pavicevic / Milos Raznatovic (MNE)
Havard Kleven / Lars Jörum (NOR)
Bojan Lah / David Sok (SLO)
Arthur Brunner / Morad Salah (SUI)
Mirza Kurtagic / Mattias Wetterwik (SWE)

cover Vier Nederlandse arbiters bij elkaar: hoever klimmen zij op de internationale ladder?

William Weijmans, Rick Wolbertus en de broers Paul en Ruud Geraets

foto NHV

Deel dit bericht